FOK!toen: De slag bij Marathon en de Grieks-Perzische oorlogen

Als men tegenwoordig over Griekenland spreekt, gaat het gewoonlijk over megaleningen of de economische crisis die daar woedt. In al die malaise is het makkelijk om te vergeten dat Griekenland ooit een van de rijkste en meest vooruitstrevende regio's in de wereld is geweest.

Tegen het jaar 500 voor Christus ging het de Grieken voor de wind. De verschillende autonome stadstaten die verbonden waren door een gedeelde cultuur, taal en geschiedenis – maar niet door een politieke unie – hadden zo'n grote groei gekend, dat ze zich genoodzaakt zagen een deel van de bevolking op de boot te zetten. Zij vormden de kolonisten die een groot gedeelte van het Middellandse Zeegebied zouden bevolken. Twee steden ging het vooral voor de wind: Athene en Sparta.

Een overzichtsplaatje maakt de zaak altijd wat beter te volgen. Hierop zie je de belangrijkste regios en plaatsen, inclusief de routes die de Perzen hebben genomen. Klik hier voor een grotere versie.

Gedurende een goed deel van de 6e eeuw voor Christus was Athene een monarchie geweest onder de tiran Peisistratos en later onder diens zoons Hippias en Hipparchos. In het klassieke Griekenland had de term 'tiran' overigens geen negatieve bijklank. Het betekende slechts dat de heerser met geweld aan de macht gekomen was, niet dat hij bijzonder hardvochtig was of iets dergelijk. Pas nadat Hipparchos vermoord werd, stelde Hippias een waar schrikbewind in. De Atheense aristocratie was daar niet zo blij mee en schakelde de hulp in van de Spartanen. Die schopten Hippias buiten en wilden een pro-Spartaans regime installeren. Cleisthenes, een van de leidende Atheners, zag de bui al hangen en besloot tot iets revolutionairs: democratie. Zowel het volk als de aristocratie stemden daarmee in en Athene werd (waarschijnlijk) de eerste democratische staat in Europa.

Ondertussen was er echter ook aan de andere kant van de Egeïsche Zee wat commotie ontstaan. Halverwege de 7e eeuw was er in het rijk der Meden een geniale heerser opgestaan, Cyrus de Grote. Cyrus was de baas van de Perzen, die onderhorig waren aan de Meden. Niet alleen besloot hij het juk af te werpen, hij besloot de rollen om te draaien: hij veroverde de Meden, de Lydiërs en ook de Babyloniërs. Zijn rijk strekte zich al snel uit van de Egeïsche zee tot de Indus. Zijn zoon Cambyses II deed er nog een schepje bovenop door de kont van de Farao te schoppen. Maar het was de opvolger van Cambyses II die de verhalen van de Grieken en de Perzen definitief verstrengelde.

Het Perzische rijk was héél groot. Voor degenen die nog niet onder de indruk zijn op grond van dit plaatje: op het hoogtepunt wordt de bevolking van het rijk op zo'n 80 miljoen zielen geschat. Dat was op dat moment zo'n 45% van de wereldbevolking. Geen ander rijk heeft dat ooit overtroffen.

Darius I was een aristocraat die in 522 voor Christus de Perzische koningskroon aannam. De omstandigheden waarin Darius aan de macht kwam, zijn moderne historici niet helemaal duidelijk. Wel is men het er soort van over eens dat het zaakje stinkt. Het volk van het Perzische Rijk vond dat ook en een deel van hen kwam in opstand. Darius toonde zich echter een uitstekend monarch en onderdrukte de opstanden snel. Vervolgens trok hij naar de Indus, om daar wat te veroveren, hij voerde een mislukte veldtocht in Scythië, hij onderwierp wat Thrakië en maakte van Macedonië een vazalstaat. In 498 kwamen de Griekse steden in Ionië, het hedendaagse West-Turkije, echter in opstand. De tiran van een van de Ionische steden, een marionet van de Perzen, had wat veel hooi op z'n vork genomen en zag geen andere uitweg dan een opstand veroorzaken. De andere Ionische steden, die niet blij waren met de Perzische overheersing, deden maar wat graag mee. De Ionische steden kregen hulp van de Attische steden Eretria en Athene. Samen wisten ze de Perzen veel hoofdbrekens te bezorgen.

Darius heette in zijn eigen taal, het Aramees, Darayavahus. Te moeilijk, vonden de Grieken, dus zij noemden hem Dareios.

Darius was echter geen doetje en wist de opstand in 493 neer te slaan. De hulp van de Atheners en Eretrianen hadden echter zijn woede gewekt en hij besloot ze een lesje te leren. Hij stuurde in 492 een leger onder leiding van de generaal Mardonius de Hellespont (tegenwoordig de Bosporus) over, gesteund door een vloot die langs de kust voer. Het leger hield lekker huis in Thracië en Macedonië, maar de vloot ging verloren door een storm. Onverrichter zake moest Mardonius huiswaarts keren. De Grieken zagen echter in dat Darius het niet daarbij zou laten en dat een volgende poging mogelijk zou leiden tot de onderwerping van alle Grieken. Darius zag op zijn beurt in dat hij bij een volgende invasie tegenover het gezamenlijke leger van de Grieken zou staan en besloot zijn plannen in de ijskast te zetten.

In 491 vervielen de Spartanen echter weer in kleinzerig intern geruzie. Darius begreep dat zij geen hulp zouden sturen en zag zijn kans schoon. Hij laadde zijn leger de boten in en joeg ze onder leiding van zijn generaals Datis en Artafernes de Egeïsche zee over, recht naar Attika. Zelf bleef hij overigens thuis. Eretria was eerst aan de beurt: de stad werd grondig verwoest en iedereen die niet gedood was, werd tot slaaf gemaakt. Vervolgens werd het leger weer ingescheept en men zette koers naar het volgende doelwit: Athene.

Op 7 september 490 voor Christus landde het Perzische leger in de baai van Marathon. Ze waren echter niet snel genoeg: het Atheense leger, gesteund door een contingent uit Plataia, had alle uitwegen uit de baai al afgesloten. De Atheners zonden een boodschapper naar de Spartanen om om hulp te vragen. De Spartanen zaten echter midden in een religieus festival en konden pas na de eerste volle maan komen, wat nog enkele dagen zou duren. Vijf lange dagen stonden de ongeveer tienduizend Griekse hoplieten tegenover ongeveer vijfentwintigduizend Perzen. Hoewel de Spartanen nog niet gearriveerd waren, besloot de Griekse leider tot de aanval. Waarom, dat is niet duidelijk. Sommige historici denken dat het kwam doordat de gevreesde Perzische cavalerie tijdelijk weg was. Anderen denken dat de Perzen in beweging kwamen. We zullen het waarschijnlijk nooit weten. Wat we wel weten, is de uitkomst: de Griekse flanken braken de weerstand van de Perzen en wisten naar binnen te draaien, om de geharde kern van het Perzische leger aan te vallen. Uiteindelijk sloegen ook de Perzische kern op de vlucht. De Atheners hadden hun stad en mogelijk geheel Griekenland weten te behoeden voor een Perzische overheersing.

Zo moeten de mannen eruit hebben gezien die bij Marathon tegenover de Perzen stonden. Verwacht geen 300-achtige capriolen en kunstduiken van deze krijgers. De kracht van de falanx lag in de gedisciplineerde formatie. Hoe falanxen vochten, is raar genoeg niet langer bekend. Sommige historici denken zelfs dat een strijd tussen twee falanxen niets meer dan een grote duwwedstrijd was.

Toen Darius lucht kreeg van de nederlaag, was hij vanzelfsprekend serieus chagrijnig. Hij besloot een nieuwe expeditie op touw te zetten die hijzelf zou leiden. Het mocht echter niet zo zijn. Darius stierf voordat hij Griekenland opnieuw had aan kunnen vallen en werd opgevolgd door zijn zoon Xerxes I. Die volgde in de voetstappen van zijn vader en bereidde ook een enorme invasiemacht voor om Griekenland het vuur aan de schenen te leggen. In 480 v.C. was het zover. Dit keer zou de route gevolgd worden die Mardonius dertien jaar eerder ook nam: het leger zou de Bosporus oversteken, langs de kust gevolgd door de vloot. Xerxes nam hoogstpersoonlijk de leiding.

De Grieken waren deze keer een stuk beter voorbereid. Bondgenootschappen waren gesmeed en verdedigingsplannen waren ontworpen. De Grieken besloten twee verdedigingslinies op te werpen, één in de pas van Thermopylae, de andere op de Korinthische istmus, de vernauwing tussen Attika en de Peloponnesos.

De meesten van jullie zullen weten hoe het de Grieken vergaan is in de slag bij Thermopylae. Een klein leger van 300 Spartanen onder leiding van koning Leonidas hield enkele dagen de overweldigende Perzische meerderheid staande, totdat een verrader de Perzen een sluipweggetje door de bergen toonde. In werkelijkheid stonden de Spartanen er niet zo alleen voor. In totaal waren er zo'n vijf- tot zevenduizend Grieken die tegenover tien tot vijftig keer zoveel Perzen stonden. Pas nadat de Perzen het sluipweggetje hadden gevonden, zond Leonidas het grootste deel van het leger weg. Hijzelf streed met een kleine macht – die nog steeds niet alleen uit Spartanen bestond – door om de Perzen te vertragen en de rest van het leger de kans te geven te ontsnappen.


Als je Thermopylae zegt, ontkom je er niet aan om naar
 de film 300 te verwijzen. Toch is dat niet erg, want de film is meer historisch verantwoord dan men zou denken. Al die vette dingen die Gerard Butler/Leonidas schreeuwt, komen regelrecht uit de historische overlevering. De Spartanen stonden er bekend om dat ze laconiek reageerden. Vandaar het woord 'laconiek': dat komt van Lakonikos, naar Laconië, de streek waar de Spartanen vandaan komen.

Nadat de weerstand bij Thermopylae was opgerold, lag de weg naar Athene open voor Xerxes. De Atheners hadden dat donders goed door en besloten de stad te ontruimen. Dat weerhield de Perzen er niet van om de stad alsnog grondig te vernietigen. Een ramp voor de Atheners, maar een godsgeschenk voor archeologen. De Atheners besloten na de oorlog namelijk gewoon over de restanten van de stad heen te bouwen. De grond onder de stad zit nog steeds vol met het zogenaamde Perzenpuin waarin archeologen nog steeds geweldige vondsten doen.

Maar nu terug naar dat schijnbare Grieks rampjaar, 480 voor Christus. De situatie zag er bar slecht uit voor de Grieken. De Perzen hadden een groot deel van hun land in handen, de Griekse vloot had al flinke verliezen geleden tegen de Perzische vloot en niets dan een klein leger stond nog tussen de Perzen en de Peloponnesos. Maar om de Korinthische istmus te kunnen oversteken, moest de Perzische vloot zich eerst meester maken van de wateren rondom de istmus. De Griekse vloot wilde dat echter voorkomen. Zij namen stelling bij het eiland Salamis, waarop de Atheense bevolking vertoefde. Door een combinatie van geluk en geniaal admiraalschap van de Athener Themistocles wist de Griekse vloot de slag echter te winnen. Xerxes begon 'm een beetje te knijpen en vertrok naar Klein-Azië. Het bevel over een klein leger aan elitetroepen liet hij over aan Mardonius. De Grieken herpakten zich en wisten een fors leger op been te brengen. Bij Plataea kwam het tot een treffen. Mardonius werd gedood, het Perzische kamp werd met de grond gelijk gemaakt. De grote dreiging van Perzië was afgewend.

Dit is het soort boot, een trireem, waarmee de Grieken en Perzen elkaar te lijf gingen. De tactiek is heel eenvoudig: roei zo hard mogelijk op een vijandelijke boot af, en probeer zijn boot met jouw voorsteven zo hard te rammen dat de vijand naar de dieperik gaat. Deze foto is een geshopte versie waarop meerdere keren dezelfde boot te zien is, namelijk de Olympias, een reconstructie van een klassieke trireem.

Toch was Griekenland nog niet veilig. Gedurende de hele vijfde eeuw werd er nog geknokt tussen de Grieken, in steeds wisselende allianties, en de Perzen. Tijdens de late vijfde en vroege vierde eeuw hadden zowel de Grieken als de Perzen het te druk met intern gevecht. Het was pas tijdens de veldtochten van Alexander de Grote, zo'n 150 jaar na de slag bij Plataea, dat de Grieken eindelijk het Perzische Rijk de baas werden.