Justitie was mild voor misbruikende priesters

Rooms-katholieke geestelijken die kinderen misbruikten kregen in het verleden lagere straffen dan anderen. Het Openbaar Ministerie en de leiding van de rooms-katholieke kerk hadden geregeld contact met elkaar, wat leidde tot mildere straffen voor priesters die zich aan minderjarigen vergrepen.

Dat blijkt uit een onderzoek naar het handelen van het OM bij het misbruik in de rooms-katholieke kerk dat minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) dinsdag naar de Tweede Kamer stuurde. Het onderzoek heeft betrekking op 110 zaken tegen geestelijken in de periode tussen 1945 en 1980.

Uit het onderzoek blijkt niet dat er beleid was waardoor de priesters er met een milde straf vanaf kwamen. "Uit de vele gevonden zaken blijkt dat het OM wel degelijk optrad in zedenzaken tegen geestelijken", wordt geconcludeerd. Het OM is dan ook 'in het algemeen niet in gebreke gebleven bij de aanpak van misbruikzaken'.

Wel komt uit het onderzoek naar voren dat een verdachte geestelijke vaker dan een gemiddelde niet-geestelijke verdachte op een gunstiger afhandeling van zijn zaak kon rekenen. De rooms-katholieke kerk bood faciliteiten voor behandeling en het voorkomen van recidive en trad daarover in overleg met het OM. Dit droeg bij aan lagere straffen.