Tribunaal haalt klokkenluider-rechter van zaak-Seselj

Het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag haalt de Deense rechter Frederik Harhoff van het proces van de Servische nationalist Vojislav Seselj. Met het schrijven van een brief met kritiek op het hof heeft hij de schijn van partijdigheid gewekt, laat het tribunaal donderdag weten.

Het is nog niet meteen duidelijk welke gevolgen de verwijdering van de rechter heeft op de processen waar Harhoff bij betrokken was. In de zaak-Seselj zou het panel van drie rechters op 30 oktober vonnis wijzen. Volgens een woordvoerder zal de vicepresident van het tribunaal beslissen hoe het proces van Seselj wordt voortgezet.

Het proces van Seselj begon in 2007. De leider van de Servische Radicale Partij staat terecht wegens aanzetten tot geweld tegen niet-Serviërs in Bosnië en Kroatië. Hij meldde zich ruim tien jaar geleden zelf bij het tribunaal, volgens eigen zeggen om het hof belachelijk te maken. Bij de afronding van het proces eisten de aanklagers vorig jaar tegen hem 28 jaar gevangenisstraf. Na het uitlekken van de brief van Harhoff verlangde Seselj echter dat hij van zijn zaak werd gehaald, omdat hij vooringenomen zou zijn tegen Servische leiders.

In de brief schreef Harhoff dat commandanten vrijgesproken werden onder druk van de VS en Israël. Die landen zouden bang zijn dat er een precedent geschapen werd waardoor hoge militairen medeschuldig verklaard zouden kunnen worden aan misdaden van hun onderlingen. Harhoff kwam met zijn kritiek nadat enkele commandanten in hoger beroep waren vrijgesproken.

De wrakingskamer van het tribunaal geeft Seselj gelijk dat Harhoff met zijn brief 'een onaanvaardbare schijn van partijdigheid' heeft gewekt. Het panel kwam tot deze beslissing met twee tegen een.

Harhoff heeft nog niet gereageerd, maar zijn positie bij het tribunaal lijkt onhoudbaar te zijn geworden. Zelfs de Chinese rechter Liu Daqun, die het oneens was met de beslissing om hem van de zaak te halen, heeft geen goed woord over voor de brief van de Deen. Liu spreekt van 'een onsamenhangende kritiek op de recente jurisprudentie van het Tribunaal, op basis van niet onderbouwde speculaties en insinuaties over onbehoorlijk gedrag van collega's, op een wijze die een rechter niet past'.