FOK!auto: een paarsgepunte Snoek

In de tijd voor de komst van graflelijke Priussen en straatbeeld ontsierende C1/Aygo/107's, had je nog wel toffe wagens. Auto's waarvan menig jongen een poster op zijn kamer had hangen. Djeez neemt je mee naar deze legendarische auto's. Ditmaal de Citroën DS, oftewel de Snoek.

De naam 'DS' is niet uit de lucht gegrepen. In het Frans wordt de naam uitgesproken als "déesse", wat godin betekent. De DS was dan ook de koningin op de weg. In Nederland werd de auto echter al gauw bekend als 'Snoek' en 'Strijkijzer'. Duitsers vonden haar echter meer op een haai lijken, en Portugezen op een kikkerbek.

De DS werd op 6 oktober 1955 voor het eerst gepresenteerd op de autosalon van Parijs. Dankzij de vele nieuwe eigenschappen was de auto vanaf het begin al een succes. Binnen een week waren er al 80.000 orders geplaatst, waarna de fabriek direct met een achterstand begon. Pas in de loop van 1956 verschenen de eerste Snoeken op de weg.

Rode DS

Vooruitstrevende techniek
De DS was voorzien van vooruitstrevende techniek en wordt door velen beschouwd als de meest innovatieve, naoorlogse auto. Het belangrijkste was toch wel de befaamde hydropneumatische vering. Zo was ieder wiel voorzien van een stalen cilinder, de zogeheten veerbol. Dankzij deze hypermoderne veerbollen kan de bestuurder de auto in vijf verschillende hoogten verstellen. Zo is op de foto hierboven te zien dat het achterwiel bijna geheel in de wielkast is verdwenen. Voor het rijden worden de veerbollen volgepompt en komt de auto omhoog.

Maar er waren nog meer nieuwigheidjes. Zo was de DS de eerste auto met schijfremmen. Ook waren de raamstijlen smaller dan de afstand tussen de ogen, opdat er geen dode hoek ontstond. Ook was het de eerste auto met een kunststof benzineleiding en een vlakke, geheel gesloten bodem. Ook leuk was de afwezigheid van een rempedaal. Dit werd vervangen door een paddestoel, de champignon. Deze zou een tijdswinst van enkele tienden van seconden opleveren. Volgens kenners was de Snoek zijn tijd dan ook twintig jaar vooruit.

Van de DS verscheen ook een 'low budget'-variant. Deze ID had minder vemrogen en was soberder uitgevoerd. Zo was deze voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak en een normaal rempedaal. De goedkoopste had zelfs geen stuurbekrachtiging! In plaats hiervan had deze pauperbak een extra groot stuur.

Een alledaagse klassieker
De DS/ID is in productie gebleven tot 1975. In die tijd zijn er maar liefst 1.455.746 stuks gefabriceerd. En niet alleen in Frankrijk, maar ook in Australië, België en Engeland. Het eerste model had een topsnelheid van 140 km/h, terwijl aan de eind van zijn levensduur een maximumsnelheid van maar liefst 188 km/h kon worden gehaald.

In 1968 onderging de DS een ingrijpende facelift. In plaats van ronde koplampjes, kreeg deze dubbele koplampen achter glas. Een leuke bijkomstigheid was de meedraaiende lamp in een bocht. Dit was leverbaar op de meeste modellen. Extra handig, omdat bij het indraaien van een bocht de verlichting meegaat. Een foefje dat nog altijd niet leverbaar is op de meeste auto's. meedraailamp

Een paarsgepunte DS, van na de facelift in 1968

De DS is ook in ons land een graag geziene gast. De Citroën ID/DS Club Nederland telt bijna drieduizend leden. Gegevens over het aantal van deze klassiekers in Nederland zijn helaas niet bekend. Maar dat aantal zal waarschijnlijk rond hetzelfde getal liggen.