SER bevestigt overeenstemming over energieakkoord

De vakbonden, het bedrijfsleven, de milieuorganisaties en het kabinet hebben in grote lijnen overeenstemming bereikt over een energieakkoord. Dat meldt de Sociaal-Economische Raad (SER) vrijdag. De hoofdlijnen worden de komende weken verder uitgewerkt, doorgerekend en voorgelegd aan de betrokken onderhandelingspartijen, aldus de SER, die de onderhandelingen leidt.

Het uiteindelijke akkoord bevat afspraken over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD) verwacht dat de onderhandelingspartijen in de tweede helft van augustus overeenstemming bereiken over het uitgewerkte akkoord, zo schrijft hij vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.

In het akkoord hebben de partijen onder meer afgesproken dat oude kolencentrales, gebouwd in de jaren tachtig, worden gesloten. Ook komen honderden miljoenen euro's beschikbaar voor het isoleren van woningen met een hoog energieverbruik. De afspraken moeten leiden tot een betaalbare en schone energievoorziening, werkgelegenheid en kansen voor Nederland in de schone technologiemarkten.

Tegelijkertijd laat het kabinet de doelstelling van zestien procent duurzame energie in 2020 varen. De onderhandelingspartijen hebben nu afgesproken dat in 2023 zestien procent van de energie duurzaam wordt opgewekt. In 2020 moet dit aandeel veertien procent bedragen. Reden voor het uitstel is onder meer de vertraging bij de aanleg van windmolens op zee.

Nederland heeft internationaal afgesproken de energievoorziening in 2050 volledig te hebben verduurzaamd. De uitstoot van koolstofdioxide moet dan zijn afgenomen met tachtig tot 95 procent ten opzichte van het niveau van 1990. Om dat doel te bereiken is vanaf 2020 een 'versneld reductiepad' nodig, aldus minister Kamp in zijn brief.