'Inzet burgerinfiltranten te riskant'

Het inzetten van criminele burgerinfiltranten is te riskant. Dat zegt D66-senator Thom de Graaf maandag in NRC Handelsblad. De Graaf was van 1994 tot 1996 vicevoorzitter van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden.

Volgens de senator levert het plan 'te grote risico's op voor de integriteit van de rechtshandhaving. Hij verwijst naar het onderzoek naar de IRT-affaire: "Hieruit bleek dat er ongelooflijk veel risico's verbonden zijn aan burgerinfiltratie en dat er eigenlijk geen goede procedurele waarborgen te vinden zijn om die gevaren te beperken."

In de jaren negentig werden zeer grote partijen drugs Nederland binnengesmokkeld met behulp van de infiltranten. Sindsdien maakt justitie geen gebruik meer van infiltranten.

Volgens De Graaf zijn de garanties die minister van Justitie Ivo Opstelten (VVD) schetst onvoldoende. "De kernvraag is: ben je als OM en politie in staat een crimineel echt te sturen die als burgerinfiltrant wordt ingezet? Weet je wel of hij alle informatie geeft? Weet je wel wat hij doet?"

Opstelten presenteerde vrijdag zijn plan om criminele burgerinfiltranten in te zetten bij politieonderzoeken. Daaraan zijn wel voorwaarden gesteld. "Het moet natuurlijk proportioneel zijn", zei de minister. "Daarnaast moet de inzet van de infiltranten getoetst worden door het college van procureurs-generaal en uiteindelijk is de beslissing of het gebeurt aan mij. Verder moet het aan tijd gebonden zijn, het is dus niet mogelijk zijn dat de positie van de infiltrant verandert."