Marokkanen in geweer tegen geweld

Groepen als de PVV spreken al een tijd van een 'Marokkanenprobleem'. Maar nu is er een nieuwe groep Nederlanders die inziet dat er grote problemen zijn met geweld in de Marokkaanse gemeenschap: de Marokkaanse gemeenschap zelf. En daar willen ze iets aan gaan doen.

De Marokkaanse gemeenschap erkent dat ze vroeger eerder laks zijn geweest bij de aanpak van geweld door leden van hun gemeenschap, zegt Driss El Boujoufi van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) tegen het Reformatorisch Dagblad: "Vroeger dachten we misschien dat het wel van voorbijgaande aard zou zijn, maar dat is niet zo."

De steeds gewelddadigere acties van Marokkanen in Nederland en Nederlanders van Marokkaanse afkomst schokten ook de Marokkaanse gemeenschap. Ze maken zich zorgen over de steeds jonger wordende daders en over het toenemende aantal ernstige geweldsdelicten, waaronder dit jaar al tien liquidaties.

Om daar iets tegen te doen, organiseerden Marokkaanse organisaties donderdagavond een bijeenkomst in de Blauwe Moskee in Amsterdam. Daarbij waren ook politieagenten en deskundigen op het gebied van onder meer criminologie aanwezig.

Het CMO ziet geen heil meer in een kleinschalige oplossing: "We zijn ervan overtuigd dat we de zaak niet alleen via de imam van de moskee op kunnen lossen. Dit is een taak van ons allemaal als Marokkaanse gemeenschap, en uiteindelijk ook van de hele Nederlandse samenleving."

CDA-raadslid in Eindhoven en veldwerker in Amsterdam Ibrahim Wijbenga zegt tegen Trouw dat hij vindt dat het tijd wordt om de hand in eigen boezem te steken: "De Marokkaanse gemeenschap kan zelf ook een heleboel doen om de geweldscyclus te doorbreken."

Jamal Farissi van de Samenwerkende Marokkaanse Organisaties Rijnmond (SMOR) onderschrijft die gedachte al langer. In een serie debatten riep hij Marokkanen, vooral ouders, op om hun verantwoordelijk te nemen: "Daar waar vroeger werd weggekeken als een zoon over de schreef ging, worden ouders nu aangesproken op het gedrag van hun puber."

Criminoloog Jan-Dirk de Jong denkt echter niet dat het makkelijk zal worden: "Ze zijn met geweld opgegroeid.” Veel van de jeugd is het schieten al gewoon volgens De Jong, en zal het niet snel afleren.