Spoorbrug Rotterdam mogelijk verplaatst

Het kabinet onderzoekt hoe de Calandspoorbrug in de Rotterdamse haven het beste kan worden vernieuwd. Mogelijk wordt de brug en een deel van de havenspoorlijn verlegd, laat staatssecretaris van Infrastructuur Wilma Mansveld (PvdA) donderdag weten. Zij heeft 157 miljoen euro gereserveerd voor de renovatie; het Havenbedrijf Rotterdam wil maximaal tachtig miljoen euro bijdragen.

De stalen hefbrug uit 1969 over het Calandkanaal in het Rotterdamse havengebied is onderdeel van de Betuweroute. De brug moet regelmatig open voor het scheepvaartverkeer. Door de verwachte toename van zowel het aantal schepen als treinen moet het spoorverkeer in de toekomst wachten waardoor capaciteitsprobelemen kunnen ontstaan.

Bovendien is de brug in 2020 aan het eind van zijn levensduur. Mansveld bekijkt nu meedere alternatieven, waaronder renovatie van de bestaande brug maar ook het verleggen van de spoorbrug en een deel van de Havenspoorlijn, waardoor de scheepvaart en het treinverkeer elkaar niet langer kruisen. Daarbij zijn zowel het Havenbedrijf als de spoorbeheerders ProRail en Keyrail betrokken.

"De Calandspoorbrug is van groot belang voor de aan- en afvoer van goederen van en naar de Maasvlakte", stelt Mansveld. "Goede doorstroom van het spoorverkeer is belangrijk voor de economische ontwikkeling en dus voor de werkgelegenheid in de Rotterdamse haven."

Het Havenbedrijf is bereid in de buidel te tasten voor de variant die voor de ontwikkeling van de haven het meest gunstig is en die in 2019 gereed is. Mansveld wil in 2015 een voorkeursalternatief hebben gekozen, zodat in dat jaar de kan worden begonnen met de werkzaamheden.