Defensie neemt nieuwe drone in gebruik

Defensie neemt woensdag een nieuw onbemand vliegtuig in gebruik. Op het vliegveld Deelen bij Arnhem maakt de ScanEagle zijn eerste vlucht in Nederland. Het toestel werd al ingezet voor de antipiraterijmissie voor de kust van Somalië, maar mocht tot op heden niet boven Nederlands grondgebied vliegen.

Het toestel vervangt de verouderde Sperwer, die tot 2011 dienst deed. De Sperwer voerde in totaal 285 vluchten uit, met name in de Afghaanse provincie Uruzgan. De Unmanned Aerial Vehicles (UAV's) zoals de drones officieel heten, zijn een belangrijke aanvulling op de mogelijkheid om informatie te verzamelen. De krijgsmacht maakt er sinds 1998 gebruik van. In totaal zijn twaalf ScanEagles aangeschaft.

Het grote voordeel van onbemande toestellen is dat zij lange tijd in de lucht kunnen blijven, en daardoor het commando op de grond van een onbeperkte informatiestroom kunnen voorzien. Ook zijn ze gemiddeld genomen goedkoper dan de inzet van F-16's. Nadeel is dat de drones langzamer zijn dan jachtvliegtuigen en vaak minder goed vliegen in slechtere weersomstandigheden.

Behalve de inzet in conflictgebieden zoals Afghanistan en antipiraterijmissies worden de onbemande vliegtuigen ook gebruikt voor binnenlandse doeleinden. In het verleden werden drones van het type Raven ingezet bij de opsporing van wietplantages. De toestellen kunnen niet zomaar worden ingezet. Zo gaat er een uitgebreid proces van certificering aan vooraf en bovendien moet het luchtruim dicht op de plek waar de drones worden ingezet.

Op termijn wil de krijgsmacht ook een grotere, meer geavanceerde drone aanschaffen die hoger vliegt en grotere gebieden bestrijkt. De aanschaf daarvan wordt momenteel onderzocht en het toestel zou niet voor 2016 vliegen. Het leger heeft uitsluitend de beschikking over onbewapende vliegtuigen. Aan bewapende drones bestaat momenteel geen behoefte bij defensie.