Militairen Indonesië voor rechter om moorden
Twaalf militairen van een elite-eenheid van het Indonesische leger zijn donderdag voor een militaire rechtbank verschenen. Ze worden ervan verdacht een gevangenis te hebben aangevallen en vier gevangenen te hebben omgebracht. De mannen zijn aangeklaagd voor moord met voorbedachten rade en kunnen de doodstraf krijgen als ze schuldig worden bevonden.
De elitemilitairen zouden op 23 maart een gevangenis hebben aangevallen. Bewakers van de gevangenis werden gemarteld en gedwongen de deuren van de cellen te openen. Vervolgens werden vier gedetineerden met mitrailleurs doodgeschoten. De gevangenen zaten vast voor de moord op een militair. Beelden van de moordpartij die waren vastgelegd door bewakingscamera's werden door de militairen vernietigd.
De zaak wordt gezien als een test in hoeverre het Indonesische leger de mensenrechten respecteert. De Verenigde Staten hebben in het verleden hun zorgen geuit over de manier waarop de elite-eenheid, Kopassus, omgaat met mensenrechten. De Indonesische regering gaf kort na het begin van de rechtszaak een verklaring uit waarin ze beloofde dat het recht zijn loop zal hebben.
De aanklager van het tribunaal zei dat de militairen hebben toegegeven dat ze aan de aanval hebben deelgenomen. "De aanval was ingegeven door een sterk gevoel van eenheid en waardigheid van het korps, nadat ze te horen hadden gekregen dat hun collega op gruwelijke wijze was vermoord door vier boeven", aldus de aanklager.
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International heeft vraagtekens gezet bij het feit dat de rechtszaak dient voor een militaire rechtbank. "Deze rechtbanken zouden nooit moeten worden gebruikt voor het berechten van mensen die verdacht worden van mensenrechtenschendingen. Ze zijn bevoordeeld en ze scheppen een intimiderende omgeving voor getuigen die een verklaring afleggen", zei Isabelle Arradon van Amnesty. "Deze verschrikkelijke zaak brengt in herinnering hoe hervormingen van het leger en het rechtssysteem in Indonesië al jaren stilliggen." Amnesty wil dat militairen die verdacht worden van mensenrechtenschendingen door een civiele rechtbank worden berecht.
