Massaal anti-Erdogan-protest in Ankara

Duizenden Turken zijn maandag in de hoofdstad Ankara de straat opgegaan om te protesteren tegen de regering van premier Recep Tayyip Erdogan. Onder de betogers waren veel vakbondsleden, maar ook politieke activisten. De betoging had een gestructureerder karakter dan de protesten van de afgelopen weken in Istanbul.

Twee grote vakbonden hadden hun leden opgeroepen om maandag het werk neer te leggen en mee te demonstreren tegen het hardhandige optreden van de Turkse autoriteiten tegen de betogers in Istanbul. De Turkse minister van binnenlandse zaken waarschuwde de bonden echter dat hun protest illegaal was. De regering is bereid het leger in te zetten als er niet snel een einde komt aan de protesten, liet vicepremier Bülent Arinc dreigend weten.

"Wat wij nu moeten doen is een einde maken aan illegale protesten. Er is de politie en als dat niet genoeg is is er de oproerpolitie en als ook dat niet genoeg is, dan is er het leger", aldus Arinc.

De duizenden demonstranten op het centrale Kizilayplein in Ankara zagen zich geconfronteerd met oproerpolitie en een lange rij politietrucks op zo'n vijftig meter afstand. De oproerpolitie gaf hun te verstaan dat zij zich dienden te verspreiden omdat hun demonstratie illegaal was. Na zo'n drie uur gingen de betogers vreedzaam uiteen.

De Turkse televisiezender NTV toonde ook beelden van een demonstratie in Izmir. Daar hielden honderden demonstranten een protestmars.

De drijvende kracht achter het protest van maandag waren het vakverbond voor ambtenaren KESK en DISK, een overkoepelende federatie van vakbonden van personeel bij het vervoer, in de bouw, in de gezondheidszorg en in de media. De twee organisaties zeggen gezamenlijk 330 duizend werknemers te vertegenwoordigen. De stakingsoproep werd gesteund door kleinere bonden, zoals die van tandartsen, artsen en technici.