'Vaak onkruidbestrijder in Nederlandse urine'

In de urine van vijf van acht onderzochte Nederlanders zijn resten gevonden van glyfosaat, een gif dat onder meer in het omstreden onkruidbestrijdingsmiddel Roundup wordt gebruikt. Met 63 procent zit Nederland daarmee boven het Europese gemiddelde van 44 procent, concludeert Milieudefensie donderdag op basis van onderzoek naar 182 urinemonsters uit achttien landen.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moet volgens de organisatie testen op de aanwezigheid van het gif in groente en fruit. Nu gebeurt dat volgens Milieudefensie nog niet. Een woordvoerder van de NVWA kon dat niet direct bevestigen. "Het is bizar dat we nota bene van een van de meest gebruikte onkruidverdelgers niet weten hoeveel er in ons eten zit", schrijft campagneleider bij Milieudefensie Klaas Breunissen in een verklaring.

Het gebruik van glysofaat is sinds 2002 in Europa toegestaan omdat het geen schadelijk effect op mensen of dieren zou hebben. Tegenstanders stellen dat de onderzoeken waaruit dat bleek waren gefinancierd door de chemische industrie en alleen op de korte termijn waren gericht. Ook wijzen zij erop dat het middel in de praktijk altijd in combinatie met andere chemische middelen wordt gebruikt en dat daarnaar geen onderzoek is gedaan.

Het gebruik van glyfosaat in de landbouw neemt sterk toe. Tussen 2000 en 2008 verdubbelde het gebruik ruim naar bijna 214 duizend kilo. Het middel wordt ook gebruikt om gewassen als maïs voor de oogst uit te drogen. De maker van Roundup, Monsanto, ontwikkelt ook genetisch gemanipuleerde gewassen die het middel beter kunnen verdragen. Veertien van zulke gewassen wachten op goedkeuring voor teelt in de Europese Unie. Milieudefensie vreest dat het gebruik van het middel verachtvoudigt als dat gebeurt.

De urinemonsters werden afgenomen bij mensen die in steden wonen en geen Roundup hebben gebruikt of in handen hebben gehad. Het is volgens Milieudefensie de eerste keer dat de aanwezigheid van het middel in heel Europa is onderzocht.