Tweemaal vijftien jaar cel voor fatale beroving

De twee hoofdverdachten van een fatale beroving in 2011 in Amsterdam moeten beiden vijftien jaar de cel in. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam dinsdag bepaald. De straf wijkt af van de eis van justitie, die respectievelijk om twaalf en zestien jaar gevangenisstraf vroeg.

Het 54-jarige slachtoffer, de neef van verdachte Joycelin B., werd op 12 maart 2011 tijdens een beroving in de Pretoriusstraat in Amsterdam doodgeslagen met een hamer of bijl. De daders knoopten een vuilniszak dicht over zijn hoofd. Het slachtoffer werd beroofd van sieraden.

Tegen B. was twaalf jaar geëist maar de rechter vindt dat ze even verantwoordelijk voor de dood van het slachtoffer is als haar kompaan Duncan R. Het OM had voor beide een andere straf in gedachten omdat R. meer geweld zou hebben gebruikt. Omdat niet kan worden bewezen of dat daadwerkelijk zo is, geeft de rechter beide verdachten vijftien jaar cel.

Twee andere verdachten, familieleden van B., werden vrijgesproken. Op het lichaam van het slachtoffer werd dna aangetroffen van de Amsterdammers, maar volgens de rechter is niet vast te stellen of ze bij de dood van de man betrokken zijn geweest. Justitie had eerder ook vrijspraak voor de twee gevraagd. Ze zijn al enkele maanden op vrije voeten.

'Tante Joycelin' zit al bijna twee jaar in voorarrest in de zaak. Haar advocaat Herman Loonstein meldde twee maanden geleden dat de vrouw een verzoek tot euthanasie heeft ingediend bij haar arts vanwege haar gezondheidsklachten.

Loonstein laat in een reactie op het vonnis weten dat B. in beroep gaat. Ze beweert onschuldig te zijn. Vanwege haar slechte gezondheid heeft de advocaat het gerechtshof gevraagd de behandeling van de zaak sneller op de agenda te zetten.