Kabinet geeft weer geld voor cultuurkaart

Het kabinet trekt de komende tien jaar 4,9 miljoen euro per jaar uit voor de cultuurkaart voor scholieren. Dat heeft minister van Cultuur Jet Bussemaker (PvdA) dinsdag aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer.

Bussemaker spreekt van een 'uniek instrument dat er daadwerkelijk in slaagt om leerlingen in contact te brengen met cultuur'. Ze wil de kaart weer gaan financieren en zo zeker stellen dat de kaart blijft bestaan. Dat was onzeker geworden doordat het vorige kabinet de rijksbijdrage stopzette, als onderdeel van de bezuinigingen op de culturele sector.

Per leerling is vijf euro rijksgeld beschikbaar. Scholen die meedoen, moeten tien euro bijdragen. Het bedrag kan worden uitgegeven aan bezoekjes aan bijvoorbeeld theaters en musea. Daarnaast is de cultuurkaart een kortingskaart.

In de brief aan de Kamer gaat Bussemaker in op haar visie op het cultuurbeleid. Een van de prioriteiten is beter cultuuronderwijs. Volgens Bussemaker is dat 'van cruciaal belang voor individu en samenleving'. "Het gaat daarbij zowel om het verwerven van kennis, als om het ontwikkelen van een creatieve, onderzoekende houding."

Bussemaker heeft al eerder laten weten dat het vak culturele en kunstzinnige vorming (CKV) toch weer verplicht wordt. Daarover komt voor de zomer duidelijkheid, schrijft Bussemaker. Het vorige kabinet wilde CKV schrappen als verplicht vak.

Bussemaker meldt verder dat ze subsidies aan culturele instellingen meer afhankelijk wil maken van de 'inhoudelijke prestaties en maatschappelijke meerwaarde', zoals het bereiken van nieuwe publieksgroepen.