Turkse oppositieleider hekelt Erdogan

De leider van de Turkse oppositiepartij CHP heeft premier Recep Tayyip Erdogan er maandag van beschuldigd olie op het vuur te gooien en de gespannen situatie in Turkije alleen maar te verergeren. Hij zei te vrezen dat Erdogan het land 'in brand komt te staan' nu de antiregeringsprotesten hun elfde dag zijn ingegaan. Het protest heeft al aan drie mensen het leven gekost.

Erdogan zat maandag een kabinetsvergadering over de protesten voor. Zondag stak de premier een reeks vurige toespraken af voor een gehoor van duizenden aanhangers. Hij zei dat het geduld van de regering begint op te raken en eiste dat de protesten worden beëindigd. Hij dreigde mensen die zijn regering niet respecteren verantwoordelijk te houden. Wat hij daarmee bedoelde is niet duidelijk. Voor komend weekeinde staan in Ankara en Istanbul betogingen van zijn achterban gepland. Vermoedelijk dienen die om de antiregeringsbetogers te intimideren.

Kemal Kilicdaroglu, de leider van de Republikeinse Volkspartij CHP, deed maandag in de krant Hurriyet een dringend beroep op Erdogan om de spanningen in het land te verminderen. "Waarom gedraagt de premier zich zo koppig tegenover zijn eigen volk? Hij zou dat niet moeten doen", zei Kilicdaroglu. "We zien een premier die probeert aan de macht te blijven door spanningen te creëren. Een beleid dat gebouwd is op spanningen zorgt er echter voor dat de samenleving in brand komt te staan."

Zondag ontkende Erdogan in zijn toespraken dat hij de onrust in het land verder opstookt. Hij houdt vol dat de protesten alleen maar een list zijn om de democratisch gekozen regering te ondermijnen.

Maandag werd nog steeds gedemonstreerd. In het Gezi-park op het Taksim-plein hebben betogers tientallen tenten opgezet. "Ik ben hier omdat ik hem en zijn regering niet meer wil, omdat ze niet democratisch zijn", zei Melisa Colakoglu, een 26-jarige demonstrante.