Van Rey voelt zich slachtoffer

De van corruptie verdachte politicus Jos van Rey voelt zich meer slachtoffer dan dader. Dat zei hij in WNL op Zondag, waarin hij zich wederom beklaagde over de handelwijze van het Openbaar Ministerie.

De Limburger zei dat de inval in zijn huis in oktober dramatisch was. "U kunt zich niet voorstellen hoe dat gebeurt. Er wordt aangebeld en ineens staan er twaalf mensen in de hal. Mijn schoonzus was daar met haar kinderen. Een van hen is 10 jaar en moest zijn telefoon afstaan. Een schoonzoon had net geld van de bank gehaald en werd geboeid afgevoerd toen hij dat niet snel genoeg afstond."

Toen hem werd gevraagd of de VVD niet juist een voorstander is van een harde aanpak, wees Van Rey op de VVD-verkiezingsslogan 'Meeleven met slachtoffers, niet met daders'. "En ik voel mij slachtoffer. Ik ben niet corrupt, ik heb nooit steekpenningen aangenomen." Volgens Van Rey is er sprake van een politieke afrekening.

In een interview in De Telegraaf beklaagde Van Rey zich ook over het onderzoek van het OM. Het zou te lang duren voordat duidelijk is of hij wordt vervolgd. De Tweede Kamer moet volgens hem een onderzoek instellen naar de handelwijze van justitie in deze zaak.

In de uitzending ontkende Van Rey zondag van plan te zijn de VVD te verlaten of zelf een politieke partij op te willen richten. "Ik ben bijna 50 jaar lid van de VVD, die maak ik ook vol. Wat wil je nog op oudere leeftijd na 49 jaar lidmaatschap. Ik ben Jan Pronk niet. Je moet niet weglopen op het moment dat het moeilijk is. Ik ben geïntimideerd en kapotgemaakt."

Van Rey trad in oktober af als senator en als wethouder van Roermond vanwege de verdenking van ambtelijke corruptie en schending van zijn geheimhoudingsplicht. Naar aanleiding van de affaire is op het partijcongres besloten dat VVD-politici voortaan een integriteitsverklaring moeten ondertekenen.

Van Rey werd enkele weken geleden door de VVD in Roermond voorgedragen als lijstduwer voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. Na een storm van kritiek schortte het lokale partijbestuur het besluit echter weer op.