Weinig jongeren proberen tabak te kopen

Slechts negen procent van de jongeren onder de 16 jaar probeert sigaretten te kopen. De naleving van de huidige leeftijdsgrens is daarmee hoog, schrijft staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) in antwoord op Kamervragen van Pia Dijkstra (D66).

De bewindsman bevestigt dat de afgelopen jaren steeds minder is gecontroleerd op de verkoop van sigaretten aan jongeren onder de 16 jaar. Vorig jaar werden zo'n negenhonderd controles uitgevoerd, tegenover bijna negenduizend in 2010. De jaren daarvoor varieerde het aantal controles tussen de twee- en de vijfduizend.

Reden voor de afname was de handhaving van het rookverbod in de horeca, dat prioriteit had en extra controleurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vergde. Niettemin krijgt de handhaving van de leeftijdgrens vanaf volgend jaar weer prioriteit. Van Rijn schreef begin deze maand al aan de Kamer dat er een speciaal 'tabaksteam' komt, dat onder meer de leeftijdsgrens zal controleren.

Het kabinet kondigde eerder al aan dat de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabak omhooggaat van 16 naar 18 jaar. Van Rijn is het niet met Dijkstra eens dat de verhoging geen zin heeft, aangezien de huidige grens 'niet eens gehandhaafd kan worden'. Volgens de bewindsman heeft de verhoging wel degelijk zin. Niet alleen houdt een meerderheid van de jongeren zich aan de wet, ook wordt hiermee een duidelijke boodschap afgegeven.

"Het verhogen van de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabak versterkt de al ingezette verandering in de sociale norm ten aanzien van roken", schrijft Van Rijn. "Niet-roken wordt steeds meer de norm."