200 gulden brengt 44.280 euro op.

Een biljet van tweehonderd gulden uit 1908 heeft donderdag bij een veiling in IJsselstein het hoogste bedrag opgebracht dat ooit voor een Nederlands bankbiljet is betaald. De veilingmeester hamerde uiteindelijk af op een bedrag van 44.280 euro, meldt de Munten- en Postzegelorganisatie (MPO).

Het vorige record stond op naam van een biljet van honderd gulden uit 1849, dat in 2001 op een veiling omgerekend 39 duizend euro opbracht. Biljetten van tweehonderd gulden leveren volgens de MPO altijd duizenden euro's per stuk op. Op dit exemplaar staat echter de handtekening van toenmalig directeur-secretaris van De Nederlandsche Bank De Hoop Scheffer.

Tussen 1860 en 1921 werden bijna twee miljoen biljetten van tweehonderd gulden geproduceerd. Daarvan zijn er voor zover bekend nog maar twintig over.

Rond 1908 was tweehonderd gulden overigens een klein vermogen. Een huis kostte destijds gemiddeld zo'n duizend gulden. Een arbeider verdiende circa twintig gulden per week.