Suriname heeft te weinig geld

Aan de ene kant een hoge waardering van de Amerikaanse kredietbeoordelaar Standard& Poor’s (S&P) voor Suriname, aan de andere kant de regering-Bouterse die een tekort heeft aan contant geld. De regering probeert de uitgaven acuut te remmen door bijvoorbeeld dienstauto's niet meer te laten tanken en aannemers later te betalen.

De economische situatie is verwarrend in Suriname. De werkgevers spreken van een slechte planning en controle, maar vinden dat niet problematisch. De oppositie is kritisch en vreest dat corruptie op de loer ligt.

Volgens Ferdinand Welzijn, voorzitter van de werkgeversorganisatie Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), is er een simpele reden waardoor de regering te weinig geld in kas heeft: er is meer uitgegeven dan er in de staatskas zit. "Maar er komt straks weer genoeg geld binnen uit onder meer de olieverkoop en belastingopbrengsten. Door onvoldoende controle hebben ministeries al te veel uitgegeven. De regering is dus boekhoudkundig niet zo handig bezig geweest", meent de werkgeversvoorzitter.

Dat S&P de waardering voor Suriname van stabiel naar positief heeft verhoogd, is te danken aan de grote investeringen die de regering en binnen- en buitenlandse bedrijven in de mijnbouw- en oliesector doen. Ook de stabiele monetaire situatie en een aangekondigde belastinghervorming dragen bij aan het vertrouwen van S&P, aldus de organisatie zelf.

Oppositieparlementariër Ronnie Asabina van de partij BEP ondersteunt de analyse van de werkgeversvoorzitter over de slechte planning en controle. Ook het veelvuldig niet openbaar aanbesteden van werkzaamheden door de regering speelt volgens hem een rol. Corruptie ligt daardoor op de loer. "Er is een comptabiliteitswet, maar die wordt niet in acht genomen. Daardoor worden de regels niet nageleefd en dat legt een voedingsbodem voor onjuiste handelingen. Er staat immers weinig op papier waardoor er speelruimte is om meer geld te besteden dan nodig is. Wat overblijft kan dan verdeeld worden onder de belanghebbenden", aldus een kritische Asabina.

Hij krijgt bijval van collegaparlementariër Carl Breeveld, die al jaren pleit voor de invoering van een anticorruptiewet. Die is hard nodig, omdat er nu maar heel weinig mensen zijn die misstanden aan de kaak durven te stellen. "Suriname is een kleine samenleving, mensen zijn bang hun positie kwijt te raken als ze corruptie bekend zouden maken. De conceptwet regelt bescherming voor klokkenluiders, maar ook sancties voor de plegers", aldus Breeveld.