Woonlasten stijgen minder dan inflatie

Huishoudens betalen dit jaar gemiddeld 1,9 procent minder heffingen aan hun gemeente dan in 2012. Dit percentage ligt ruim onder de inflatie van 2,75 procent. Dat blijkt dinsdag uit onderzoek van Coelo, een economische onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.

De gemeentelijke lasten stijgen minder hard, omdat de afvalstoffenheffing daalt en de rioolheffing minder hard stijgt. De eerste daalt gemiddeld met 0,2 procent naar 264 euro, de tweede met 2,8 procent naar 183 euro.

Huizenbezitters moeten meer gaan afdragen. Het tarief voor de onroerendezaakbelasting (ozb) stijgt met gemiddeld 3,3 procent naar 251 euro. Meerpersoonshuishoudens betalen hierdoor gemiddeld 697 euro aan hun gemeente. Huurders betalen geen ozb en soms ook geen rioolheffing. Hun gemiddelde woonlasten bedragen dit jaar 359 euro.

Omdat er meer woningen zijn, stijgt de opbrengst uit de ozb voor gemeenten met 3,86 procent. Dat is meer dan de 2,76 procent die als bovengrens is afgesproken. Gemeenten halen 38 miljoen euro meer binnen dan de norm toelaat. Bijna negen van de tien gemeenten verhogen hun ozb-tarieven fors meer dan nodig is om de dalende woningwaarde te compenseren, meldde de Vereniging Eigen Huis al in februari.

De ozb is echter een kleine belasting, aldus Coelo, goed voor niet meer dan anderhalf procent van de landelijke belastingopbrengst. Door de overschrijding van de macronorm stijgt de totale belastingopbrengst in Nederland met slechts 0,016 procent meer dan de bedoeling was.