D66 wil opheldering over eed aan koning

Mark Rutte (VVD) moet duidelijk maken of het afleggen van de eed of belofte aan de nieuwe koning Willem-Alexander door de leden van de Eerste en Tweede Kamer wel verplicht is. Dat eist de Eerste Kamerfractie van D66 in schriftelijke vragen aan de premier.

Aanleiding is de uitspraak van hoogleraar staatsrecht Wim Voermans enkele weken geleden in de Volkskrant. Hij betoogde dat de grondwet de volksvertegenwoordigers niet verplicht om trouw te zweren aan Willem-Alexander. Alleen de nieuwe koning moet trouw aan de grondwet zweren, schrijft die wet voor. "De grondwet zegt niets over eden of beloften van trouw van leden van volksvertegenwoordigers aan de koning", schreef hij.

Dat de volksvertegenwoordigers op 30 april niettemin zullen zweren of beloven dat zij de 'onschendbaarheid en de rechten van uw koningschap zullen handhaven' vindt Voermans nogal 'middeleeuws' aandoen en op gespannen voet staan met de grondwet.

De D66-senatoren Hans Engels en Thom de Graaf willen verder weten in hoeverre deze belofte de volksvertegenwoordigers 'beperkt' in hun handelingsvrijheid. Ook willen zij weten of deze belofte of eed verschilt van de belofte of eed die Eerste en Tweede Kamerleden bij hun installatie als volksvertegenwoordiger afleggen. Ook dan beloven zij trouw aan de koning.

De SP-Kamerleden Sadet Karabulut en Farshad Bashir lieten al weten dat zij de eed op 30 april niet afleggen aan koning Willem-Alexander. Zij vinden dat overbodig vanwege de eed die zij al hebben afgelegd bij hun aantreden als Kamerlid. Bovendien zijn ze republikein.