Thaise premier: einde ivoorhandel

Thailand heeft zondag voor het eerst beloofd te zullen werken aan een einde aan de ivoorhandel in het land. Premier Yingluck Shinawatra gaf echter geen tijdspad en dierenorganisaties hebben gewaarschuwd dat het stropen van olifanten in Afrika doorgaat zolang ze geen verbod instelt. Yingluck deed haar beloften op de Conventie voor Internationale Handel in Bedreigde Soorten (CITES) in Bangkok, waaraan 178 landen deelnemen.

Thailands binnenlandse ivoorhandel is momenteel legaal, maar volgens dierenorganisaties worden gesmokkelde Afrikaanse hoorns en slagtanden gemengd met binnenlandse voorraden. De vraag naar hoorns en slagtanden is vooral in Azië, waar men ze medicinale krachten toedicht, enorm gestegen. Thailand is, na China, de belangrijkste bestemming voor gesmokkeld ivoor.

Yingluck zei zondag dat haar regering strengere controles zal uitvoeren door alle binnenlandse olifanten en ivoorproducten te registreren. De volgende stap is om de wet aan te passen en zo een einde te maken aan de ivoorhandel en te voldoen aan internationale richtlijnen, aldus de premier.

Plaatsvervangend directeur van het Thaise departement voor parken en wilde dieren, Theerapat Prayurasiddhi, zei echter tegen persbureau AP dat er geen directe plannen zijn om een binnenlands verbod op ivoorhandel af te kondigen. Hij zei dat dat er in de toekomst misschien wel komt, maar sprak van een 'langetermijndoel'. Op dit moment gaat de regering alleen strengere controles uitvoeren.

CITES verbood in 1989 de internationale ivoorhandel, maar heeft zich nooit gericht op binnenlandse markten zoals die in Thailand, waar handel legaal is zolang het om het ivoor van Thaise olifanten gaat. Op de agenda van de CITES-top in Bangkok, die twee weken duurt, staat 'bloedivoor' bovenaan.