Erfelijk risico op borstkanker lager dan gedacht

Vrouwen met een erfelijke aanleg voor borstkanker hebben een minder grote kans op deze ziekte dan tot nu toe werd aangenomen. Nu wordt uitgegaan van een kans van zestig tot tachtig procent, maar uit onderzoek van genetisch epidemioloog Richard Brohet van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis blijkt dat dat rond de 45 procent ligt. Dit is nog steeds aanzienlijk, benadrukt hij.

Het gaat om vrouwen die een mutatie in het BRCA1/2-gen hebben. Brohet onderzocht 758 families uit heel Nederland, waaronder ook minder zwaar belaste families. Voorheen werden voornamelijk families met veel borstkankergevallen getest.

Brohet toonde verder aan dat ook hormonale invloeden en leefstijl een rol kunnen spelen bij het ontstaan van erfelijke borstkanker. "Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het gebruik van de pil. Deze factoren komen met name tot uiting bij vrouwen uit de recente generaties". Brohet vindt het overigens te vroeg om pilgebruik te ontraden bij vrouwen met BRCA1/2-genmutatie. Hiervoor is verder onderzoek nodig.

Volgens Brohet kunnen de resultaten van zijn studies helpen om tot verbeterde risicomodellen te komen. Hiermee zijn artsen in de toekomst beter in staat om advies op maat te geven. Er is inmiddels een landelijk vervolgonderzoek gestart.