Mercurius had oceaan van magma

Terwijl de zoektocht naar water op andere planeten onverdroten voortgaat, ontdekten onderzoekers van Massachusetts Institute of Technology (MIT) dat Mercurius een heel andere oceaan herbergde. De planeet zou namelijk een enorme magmaoceaan gehad hebben.

In 2011 bereikte de sonde MESSENGER Mercurius tijdens een periode van intense zonnevlammen. Het oppervlakte van de planeet reflecteerde daardoor een intens spectrum aan straling. Doordat verschillende materialen verschillende delen van het spectrum opnemen en reflecteren, konden wetenschappers met behulp van MESSENGER's spectrometer de samenstelling van de gesteenten op het oppervlak van de planeet bepalen.

Ze deden daarbij echter een onverwachte vaststelling: het oppervlakte bestond hoofdzakelijk uit twee gesteenten met een verschillende samenstelling. Timothy Grove, professor geologie aan MIT, heeft met z'n team nu de waarschijnlijke oorzaak uitgepuzzeld. Volgens hen moet Mercurius ooit een grote magmaoceaan gehad hebben, die gestold is en later weer overspoeld met magma door vulkaanuitbarstingen.

Deze conclusie trokken ze na een experiment waarin ze probeerden de verschillende steensoorten na te maken. Daarvoor mixten ze de bestanddelen die door MESSENGER vastgesteld waren in de juiste verhouding en ze lieten die vervolgens in een oven tot rotsen samensmelten. Ze probeerden eerst of de stenen verwant konden zijn, maar dat één soort verder gekristalliseerd was dan de andere. Dit gaf echter niet de juiste uitkomst.

Daarom kon volgens het team maar één conclusie getrokken worden, namelijk dat er een grote magmaoceaan was. Toch was het niet onlangs dat er magmavissen op Mercurius rond konden zwemmen, zo vertelt Grove: "Het waarlijk verwonderlijke op Mercurius is dat het niet onlangs is gebeurd. De korst is meer dan 4 miljard jaar oud, dus de magmaoceaan was een aloud fenomeen."

Larry Nittler, die het team leidde dat de twee verschillende rotssamenstellingen ontdekte, is blij met de ontdekking: "Langzaamaan vullen we de gaten in, en het verhaal kan best nog veranderen, maar dit onderzoek creëert een kader waarbinnen we kunnen denken over nieuwe data. Het is een belangrijke eerste stap om van opwindende data te gaan naar echt begrip."