Karzai verbiedt luchtsteun in bewoonde gebieden
De Afghaanse strijdkrachten mogen van president Hamid Karzai bij gevechten in bewoonde gebieden geen luchtsteun van de NAVO meer vragen. Volgens de Afghaanse president vallen daar te vaak burgerslachtoffers bij. De Amerikaanse commandant Joseph Dunford respecteert het besluit van Karzai en zegt dat de coalitiestrijdkrachten nog steeds 'effectieve operaties' kunnen uitvoeren.
Karzai verbood luchtsteun voor de Afghaanse strijdkrachten nadat vorige week bij een aanval in de noordoostelijke provincie tien burgers onder wie vrouwen en kinderen waren gedood, naast vier opstandelingen. Dunford zegt dat de NAVO maatregelen heeft getroffen om het risico op burgerslachtoffers zo klein mogelijk te maken. Zijn voorganger John Allen bepaalde in juni vorig jaar al dat de coalitie alleen het luchtwapen mocht inzetten als uiterste middel om de eigen troepen te beschermen. Vermeden moest worden dat gebouwen werden aangevallen waar zich mogelijk burgers ophielden.
Het besluit van Karzai ontneemt de Afghaanse strijdkrachten een van hun krachtigste wapens. Het staat ook haaks op de Afghaanse verzoeken om hun strijdkrachten met vliegtuigen uit te rusten waarmee luchtaanvallen kunnen worden uitgevoerd. Het Afghaanse leger heeft de Verenigde Staten bij herhaling om F16's en andere zware wapens gevraagd, zoals tanks en artillerie.
"Er zijn andere manieren om onze Afghaanse partners te ondersteunen dan met luchtmaterieel", zei Dunford. De Afghaanse strijdkrachten zullen bij het opstellen van hun operationele plannen voortaan rekening moeten houden met het besluit van Karzai, zei hij.
Ongeveer negentig procent van de militaire operaties in Afghanistan wordt nu door de Afghanen geleid. Dit moet in het voorjaar groeien naar honderd procent. De Afghaanse strijdkrachten blijven echter voor luchtsteun en het afvoeren van gewonden uit afgelegen gebieden zwaar op de coalitie leunen.
Karzai beval ook dat Afghaanse militairen of politiemensen die zich schuldig maken aan marteling, vervolgd moeten worden. Van ondervragingen moeten voortaan video-opnamen worden gemaakt.
