Filmindustrie luidt noodklok in Tweede Kamer

Vertegenwoordigers van de filmwereld hebben donderdag gezamenlijk de noodklok geluid over de staat waarin de Nederlandse filmindustrie verkeert. Tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer spraken onder anderen regisseurs, distributeurs, producenten en acteurs hun zorgen uit. "Het is niet vijf voor twaalf, het is twaalf uur", waarschuwden zij.

De hoorzitting vond plaats op initiatief van VVD, PvdA en D66. Deze drie partijen pleitten in december al voor een nationale filmtop. Volgens hen wordt de Nederlandse filmindustrie door andere landen weggeconcurreerd, omdat daar een gunstiger belastingklimaat is voor filmmakers en meer subsidiepotjes zijn.

"Hebben jullie ooit wel eens bedacht waarom de hoofdpersoon in Nederlandse films zo vaak Belgische vrienden heeft?", vroeg acteur Sieger Sloot. Als een filmproductie in het buitenland plaatsvindt, is het voor de producenten veel interessanter om de acteurs uit dat land te halen, legde hij uit. Daarom worden Nederlandse acteurs steeds vaker uit de markt gedrukt. "Er komt binnenkort een film over Johan Cruijff. We gaan toch niet meemaken dat die door een Duitser wordt gespeeld?"

"Als het zo doorgaat, bestaan wij over vijf jaar niet meer", verzuchtte Anton Scholten, eigenaar van postproductiebedrijf Filmmore. "Er moet een gelijk speelveld komen."

Hij kreeg bijval van D66-Kamerlid Vera Bergkamp. "Onze overheid slaapt", zei zij. Volgens VVD-Kamerlid Tamara Venrooy bewees de eensgezindheid waarmee de verschillende vertegenwoordigers van de filmwereld hun verhaal deden de noodzaak tot maatregelen. Tegelijkertijd wees zij op de bezuinigingen waar de overheid voor staat.

Eerder gaf filmproducent Gijs van de Westelaken al aan dat de Nederlandse filmindustrie niet uit is op subsidies, maar op een zogeheten tax shelter. Zo'n belastingvoordeel moet Nederland aantrekkelijker maken voor nationale en internationale filmmakers.