Brussel wil spoormarkt opengooien

De spoormarkt in de Europese Unie moet vanaf 2019 verder worden opengesteld. Dat stelt de Europese Commissie woensdag voor. Volgens Brussel leidt dat tot meer keuze en betere dienstverlening.

Volgens de commissie kampen veel Europese spoormarkten met stagnatie of achteruitgang. Door de spoormarkt open te gooien kan deze opnieuw groeien, 'met alle bijbehorende voordelen voor de burgers, het bedrijfsleven en het milieu', aldus Europees Commissaris Siim Kallas (vervoer). Hij vreest dat spoorwegen anders een luxe worden voor enkele rijke landen.

Naast de verplichte aanbesteding van spoorlijnen per 2019, wil Brussel hiertoe de administratieve kosten voor spoorbedrijven terugdringen en nieuwe ondernemingen makkelijker toegang geven tot de markt. Er moet daarvoor één loket komen voor vergunningen voor de hele EU. Dat moet vijfhonderd miljoen aan kostenbesparingen opleveren.

Daarnaast wil de commissie de netwerkbeheerders, zoals Prorail, een grotere rol geven, zodat zij alle aanbieders kunnen bedienen. Hiervoor moeten zij afhankelijk worden van de exploitanten van de spoorlijnen. Partijen die niet onafhankelijk zijn, krijgen geen toegang tot andere markten.

De Europese Commissie wil de werknemers beschermen als de spoormarkt open wordt gesteld. Zo wordt het verplicht om werknemers over te nemen als een spoorlijn naar een andere uitbater overgaat.

Nederland heeft net als Duitsland, Oostenrijk, Italië en Tsjechië de markt al gedeeltelijk opengesteld. De grotere lijnen worden nog onderhands aan de NS gegund, maar kleinere spoorlijnen zijn al wel openbaar aanbesteed. De enige landen met een volledig open netwerk zijn Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

De lidstaten en het Europees Parlement moeten zich nu buigen over het voorstel. CDA-Europarlementslid Corien Wortmann is kritisch over het voorstel. Het Nederlandse spoor heeft het al zwaar genoeg, zoals we kunnen zien aan de problemen met de Fyra."