'Vuurwerk le-vens-gevaarlijk!'

Het percentage vuurwerkslachtoffers dat rond de jaarwisseling moest worden opgenomen in het ziekenhuis in Nederland, is de afgelopen tien jaar niet zo hoog geweest. Van de 810 vuurwerkslachtoffers moest achttien procent worden opgenomen, meldt VeiligheidNL maandag in het kader van de huidige antivuurwerklobby.

Het aantal van 810 vuurwerkslachtoffers dat zich meldde bij de eerste hulp van een ziekenhuis is daarbij twintig procent hoger dan de 670 van vorig jaar. Van die 670 moest vorig jaar veertien procent worden opgenomen in een ziekenhuis.

Bij 26 procent van de slachtoffers waren zwaar professioneel knal- en siervuurwerk of zelfgemaakte vuurwerkbommen de boosdoener. Bij een kwart van de slachtoffers is het vuurwerk dat hen verwondde onbekend gebleven. Bijna dertig procent van de slachtoffers is getroffen door vuurwerk van een ander.

VeiligheidNL noemt het verder opvallend dat anders dan andere jaren veel meer mensen gewond zijn geraakt door vuurwerk dat zij zelf afsteken, 56 procent afgelopen jaarwisseling, tegenover 38 procent een jaar eerder. Verder was sprake van een opvallende stijging van vuurwerkslachtoffers van 40 jaar of ouder. Dit jaar was 33 procent van de slachtoffers 44 jaar of ouder, tegenover twintig procent bij de voorlaatste jaarwisseling.

Bijna zestig procent van de slachtoffers is het ziekenhuis op 1 januari tussen 00.00 en 04.00 uur binnengekomen. Twintig procent van de slachtoffers is behandeld op oudejaarsdag. De cijfers van VeiligheidNL, voorheen Consument en Veiligheid, hebben betrekking op de periode van 24 december tot en met 3 januari.