Geen loon voor verdachte oud-bestuurder Laurentius

De van fraude verdachte oud-bestuurder Walter V. van woningcorporatie Laurentius heeft geen recht op doorbetaling van zijn loon. Dat heeft de kantonrechter in Breda woensdag bepaald. De oud-directeur was naar de rechter gestapt, omdat hij vindt dat hij ondanks zijn schorsing recht heeft op doorbetaling van zijn salaris.

V. werd in mei opgepakt op verdenking van vastgoedfraude. Hij zou hebben gedeeld in de winst op panden die voor veel geld waren verkocht aan Laurentius. V. werd daarop door zijn werkgever geschorst, zonder doorbetaling van zijn loon.

Volgens de rechtbank heeft een geschorste werknemer in principe recht op doorbetaling van zijn loon, maar kan dit recht ontzegd worden als sprake is van onredelijk handelen. De rechter stelde dat V. ten onrechte niet meewerkt aan het onderzoek naar de fraude en hij ook geen goede verklaring heeft gegeven voor de zevenhonderdduizend euro die in mei bij hem werd aangetroffen.

In augustus diende ook al een kort geding in de zaak. Ook toen oordeelde de rechtbank dat V. geen recht had op doorbetaling van het loon.

In oktober ontsloeg Laurentius de financiële topman, omdat hij geprobeerd zou hebben het onderzoek naar de fraude te beïnvloeden. Vijf medewerkers verklaarden destijds dat de financiële man hen onder druk had gezet om hun verklaringen te beïnvloeden.

Walter V. is sinds oktober op vrije voeten, maar is nog steeds geschorst. De woningcorporatie heeft tijdens de zitting aangegeven dat het interne onderzoek bij Laurentius waarschijnlijk in februari is afgerond, net als het strafrechtelijk onderzoek naar V.

De Bredase woningcorporatie moest vorig jaar nog gered worden met een borgstelling van tien miljoen euro door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Nog voordat de fraudezaak aan het licht kwam, zat de corporatie financieel al in de gevarenzone. Minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Spies stelde in april daarom een externe toezichthouder bij Laurentius aan.