Rente voor Spanje en Italië omlaag

Italië en Spanje hebben donderdag tegen lagere rentes staatsleningen weten te veilen. Voor de veilingen was bovendien veel belangstelling.

De Spaanse schatkistbewaarder verkocht onder meer voor 802 miljoen euro aan tienjaarsleningen. De rente die het daarover moet betalen daalde tot 4,2 procent. Eind vorige maand was Spanje nog een rente van 4,47 procent schuldig.

Italië sleet 3,5 miljard euro aan staatsleningen met een looptijd van drie jaar. De rente daalde tot het laagste niveau in twee jaar. Het land moet een rente van 2,5 procent betalen. Afgelopen maand was dat nog 2,64 procent.

Op de secundaire markten van staatspapieren waren de rentes voor zowel Italië als Spanje nog gestegen nadat de Italiaanse premier Mario Monti afgelopen weekeind bekend had gemaakt af te treden zodra het parlement heeft ingestemd met de begroting.

Monti is de opvolger van de onder druk van de financiële markten afgetreden Silvio Berlusconi. Die kondigde direct na het nieuws van het aftreden van Monti aan weer kandidaat te zijn voor het premierschap.

De kans op een hernieuwd premierschap voor de 76-jarige Berlusconi is heel klein, omdat een oude belangrijke coalitiepartner hem niet steunt. De oud-premier zinspeelde er woensdag vervolgens op dat hij geen kandidaat wordt als Monti zich opwerpt. Of Monti dit doet is echter nog niet bekend.