Offensief regeringsleger bij vliegveld Damascus

Het Syrische regeringsleger heeft donderdag een offensief ingezet tegen opstandelingen in dorpen in de omgeving van de luchthaven van Damascus. Luchtvaartmaatschappijen Emirates en EgyptAir lieten weten dat vluchten werden opgeschort. In heel Syrië werd het internet uitgeschakeld en in sommige delen van het land lag ook het mobiele telefoonverkeer plat. Dit is mogelijk gedaan om de communicatie van de opstandelingen te verstoren.

Het uitschakelen van internet werd gemeld door twee Amerikaanse bedrijven die storingen in het internetverkeer in het oog houden. Activisten in Syrië die via satelliettelefoon werden bereikt bevestigden dat het was uitgevallen. Volgens de Syrische staatstelevisie was er geen landelijke storing, maar ging het om een technisch mankement dat alleen bepaalde provincies heeft getroffen.

De regeringsstrijdkrachten moesten in de afgelopen weken verschillende tactische verliezen incasseren, zoals het verlies van luchtmachtbases en andere strategische installaties. Opstandelingen proberen weer druk te zetten op Damascus, waar ze in juli grotendeels uit waren verdreven.

Oppositiestrijders waren volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten in Groot-Brittannië bij de luchthaven van Damascus in gevecht met regeringstroepen, waardoor de weg naar het vliegveld moest worden afgesloten. Het Syrische ministerie van informatie meldde later dat de weg naar het vliegveld weer veilig was, na aanvallen van 'terroristische groepen' op het autoverkeer.

Oostenrijk meldde dat twee Oostenrijkse militairen van de VN-waarnemersmacht in de Syrische Golan donderdag gewond waren geraakt toen hun konvooi op de weg naar de luchthaven werd aangevallen. Hun verwondingen waren niet levensbedreigend, zei een woordvoerster van het ministerie van defensie tegen het Oostenrijkse persbureau APA.

Rami Abdul-Rahman van het Observatorium zei dat regeringsstrijdkrachten een groot offensief waren begonnen rond de luchthaven aan de zuidelijke rand van de hoofdstad. Grote legerkonvooien waren vanuit Damascus op weg naar de luchthaven, 25 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad. Er zou vooral zwaar gevochten worden in en rond de dorpen Beit Saham en Aqraba.

De Syrische staatstelevisie zei dat het leger rond de hoofdstad jacht maakte op 'Al-Qaida-elementen', voornamelijk in de oostelijke en zuidelijke voorsteden Douma en Daraya.

In Daraa in het zuiden van het land lieten opstandelingen donderdag een autobom ontploffen voor de woning van een hooggeplaatst lid van de regerende Baath-partij. De politicus, Hussein Rafai, kwam om het leven, evenals drie van zijn lijfwachten, zeiden activisten.

Ook in de noordelijke provincie Idlib en in Aleppo werd donderdag zwaar gevochten. In Aleppo zouden vijftien doden zijn gevallen, onder wie vijf kinderen, aldus het Observatorium. Sinds de opstand tegen president Bashar Assad in maart 2011 begon zijn volgens activisten al meer dan veertigduizend mensen gedood.