BP-medewerkers aangeklaagd voor doodslag

Twee medewerkers van de Britse oliemaatschappij BP zijn donderdag aangeklaagd voor doodslag. Het gaat om Robert Kaluza en Donald Vidrine. Ze worden ervan beschuldigd nalatig te zijn geweest bij het toezicht op een aantal belangrijke veiligheidstesten die werden uitgevoerd op het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico.

In april 2010 had op het platform een explosie plaats. Daarbij kwamen elf mensen om het leven. De explosie en de daaropvolgende brand leidde tot een olieramp van ongekende omvang. Kaluza en Vidrine hebben nagelaten om technici op het vasteland op de hoogte te stellen van de problemen die bij de boorwerkzaamheden waren ontstaan, zo staat in de aanklacht die tegen de twee leidinggevenden is ingediend.

Ook David Rainey, een directeur van BP, is aangeklaagd. Hij wordt ervan beschuldigd te hebben gelogen tegen de autoriteiten over de omvang van het olielek. Hij is aangeklaagd voor het afleggen van een valse verklaring en het belemmeren van de rechtsgang.

Eerder donderdag werd bekend dat BP een recordschikking met de Amerikaanse overheid heeft getroffen van 4,5 miljard dollar (3,5 miljard euro) vanwege de olieramp.