Regeerakkoord steunt vernieuwing rechtspraak

Uit het regeerakkoord dat deze week is gepresenteerd, blijkt dat kabinet Rutte II plannen om het civiele recht en bestuursrecht drastisch te moderniseren omarmt. Beleidsvoornemens die het afgelopen jaar grote bezorgdheid wekten, zoals vergaande verhoging van de griffierechten en het invoeren van minimumstraffen, worden niet in het akkoord genoemd.

Eenvoudige procedures
De Raad voor de rechtspraak, orgaan van de Nederlandse rechtsprekende macht, is voornemens de civiele en bestuursrechtelijke rechtsgang gelijk te trekken en eenvoudiger te maken. Dit moet zorgen voor grotere toegankelijkheid en meer efficiëntie. De digitale ontwikkeling moet zijn weerklank vinden in de rechtspraak. Burgers en andere procespartijen moeten stukken digitaal kunnen indienen en de voortgang van een rechtszaak kunnen volgen via de computer. Het kabinet kondigt maatregelen aan die deze ontwikkeling steunen. Het uiteindelijke doel is een uniforme wijze van procederen te creëren, waarbij het verschil tussen een dagvaardings- en verzoekschriftprocedure kan komen te vervallen.

Strafproces
Het Kabinet kondigt aan dat er extra aandacht zal uitgaan naar de pakkans van verdachten, een doelmatig werkende stafrechtketen, kortere doorlooptijden en betere uitvoering van strafrechtelijke beslissingen. De Raad ziet deze plannen positief tegemoet. Daarnaast wil het kabinet de positie van slachtoffers versterken, door onder meer het spreekrecht uit te breiden. Het is echter nog niet bekend in welke vorm dit zal geschieden.

Verdachten moeten eenvoudiger in voorlopige hechtenis kunnen worden gehouden tot de rechtszitting en opgelegde straffen van meer dan twee jaar (of één, als er slachtoffers zijn) worden direct ten uitvoer gelegd, ook als hoger beroep is aangetekend. Over de uitbreiding van gronden voor voorlopige hechtenis heeft de Raad voor de rechtspraak vorig jaar een kritisch advies uitgebracht. Hierin werd gewaarschuwd voor strijdigheid met het onschuldigheidsbeginsel van de verdachte. Daarnaast kan snelle berechting ertoe leiden dat meer zaken moeten worden aangehouden voor nader onderzoek.

Minimumstraffen
Het plan van het vorige kabinet om minimumstraffen in te voeren, die de rechter in bepaalde gevallen zou moeten opleggen, lijkt van de baan. Er wordt niet gerept over dit plan in het regeerakkoord. Officieren van justitie zijn daarentegen wel verplicht een minimumstraf te eisen als een verdachte opnieuw een ernstig misdrijf heeft gepleegd. Het staat de rechter vrij gemotiveerd van deze eis af te wijken en naar eigen inzicht een passende straf op te leggen.

Adolescentenrecht
Het kabinet wil adolescentenstrafrecht invoeren, om ervoor te zorgen dat minder jongeren ontsporen. In het adolescentenrecht kunnen jongeren tot 23 jaar volgens het jeugdstrafrecht worden bestraft. De Raad staat positief tegenover het feit dat de maximale jeugddetentie op twee jaar wordt gehouden en niet wordt uitgebreid tot vier jaar, zoals aanvankelijk de bedoeling was. Jongeren kunnen, als aanvullende maatregel, verplicht worden om onderwijs te volgen (ter beschikking stellen aan het onderwijs).

Zelf betalen
Hoewel in het regeerakkoord niet wordt gesproken over de sterke verhoging van griffierechten – de kosten die partijen moeten betalen om een proces aan te spannen – heeft het kabinet een andere vorm van griffierechten voor ogen: veroordeelde misdadigers moeten de kosten van het strafproces deels vergoeden. Bovendien wordt een eigen bijdrage voor de detentiekosten genoemd in het regeerakkoord.

De Raad voor de rechtspraak ziet vooralsnog geen bezwaren tegen het doorberekenen van de proceskosten; in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is dit al praktijk. Het is echter nog de vraag of dit plan in het Nederlandse rechtssysteem past.

Ontslag en echtscheiding
De rol van de rechter zal bij echtscheiding en ontslag kleiner worden. Een scheiding kan zonder tussenkomst van de rechter geregeld worden, op voorwaarde dat partijen het met elkaar eens zijn en er geen kinderen in het spel zijn. De Raad voor de rechtspraak vindt dit geen goed plan. Ook al komen partijen tot een minnelijke schikking, dan kunnen zich later omstandigheden voordoen waarbij een vonnis nodig of gewenst is. Bovendien wordt de administratieve scheiding buiten de Europese Unie vaak niet erkend, waardoor juridische problemen kunnen ontstaan in het buitenland.

Aanvragen voor ontslag van werknemers zullen in de toekomst enkel door het UWV worden beoordeeld; de mogelijkheid voor een procedure bij de kantonrechter vervalt. Werknemers kunnen wel tegen hun ontslag in beroep bij de rechter. De procedure bij de kantonrechter zorgde in de afgelopen decennia voor meer flexibiliteit, snelheid en zekerheid. De Raad vraagt zich af welke gevolgen het plan zal hebben op dit gebied.

De Raad van State
De Raad van State verliest zijn rechtsprekende bevoegdheid in de plannen van het kabinet. Het orgaan zal enkel als adviesorgaan voor de regering voort blijven bestaan. Tot op heden geldt de Raad van State als hoogste algemene bestuursrechter, maar zij zal worden samengevoegd met de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Dit met het oog op de vereenvoudiging van de rechtsgang. Momenteel zijn er drie organen waar men hoger beroep kan instellen inzake bestuursrechtelijke geschillen.