'Oermens knaagde aan kadavers'

Het lijkt erop dat ook onze vroege voorouders niet vies waren van een beetje fastfood op z'n tijd. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat de prehistorische mens niet alleen op klein wild jaagde, maar ook dieren die al overleden waren opat.

Tot voor kort bleef het idee dat de vroegste mens in West-Europa tevens een aaseter was slechts een theorie. Archeologen hebben echter directe aanwijzingen voor deze stelling gevonden in het zuidoosten van Spanje, waar sporen zijn opgegraven van een geplunderd olifantenkarkas. Het kadaver was omgeven door versteend hyenafeces en simpele menselijke werktuigen. De resten bevonden zich in aardlagen uit het vroege Pleistoceen, zo'n 1,3 miljoen jaar geleden.

Dat de olifant een natuurlijke dood is gestorven blijkt uit zijn uit hoge leeftijd (zo rond de 60 jaar) en het feit dat het omvangrijke dier bij een oude waterbron is gestorven. Olifanten zijn geneigd om in hun nadagen in de buurt van water te vertoeven. Voor een gewone jachtbuit was het beest veel te groot.

De hyena was een van de grootste concurrenten van de mens, denken de onderzoekers. Aan de donkere kleur van hun uitwerpselen is duidelijk te zien dat ook zij van de olifant smikkelden. De poten en kop van de olifant zijn onvindbaar: de onderzoekers menen dat die zijn meegenomen door de menselijke aaseters.