Hof mag door met zaak waxinewerper

Het gerechtshof in Den Haag hoeft geen andere raadsheren te zetten op de zaak van Erwin L, die in 2010 op Prinsjesdag een waxinelichthouder tegen de Gouden Koets gooide. De wrakingskamer heeft Erwin L. vrijdag niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek.

L. had de drie raadsheren van het hof onder meer gewraakt omdat alle rechters door de kroon zijn benoemd. Daarom zouden ze als partijdig moeten worden beschouwd. De wrakingskamer wijst erop dat de omstandigheden die L. aanvoert al ruim voor de zitting bekend waren. Een wrakingsverzoek dient niet om zulke zaken aan de kaak te stellen. Verder blijkt volgens de kamer nergens uit dat aan de onpartijdigheid van de raadsheren kan worden getwijfeld. Door het wrakingsverzoek van L. is nog geen strafeis in hoger beroep uitgesproken. De zogenoemde waxinelichthouderwerper wordt vervolgd voor belediging van de koningin, kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima. Zij zaten in de koets toen hij de houder gooide. Het voorwerp ketste af op een ruit van de koets.

De rechtbank in Den haag bepaalde vorig jaar dat L. naar een psychiatrisch ziekenhuis moet. Omdat hij volledig ontoerekeningsvatbaar werd verklaard, kreeg hij geen straf. L. ging in hoger beroep tegen de uitspraak.

Vlak voor de afgelopen Prinsjesdag werd hij gearresteerd. Volgens justitie hield hij zich niet aan de voorwaarden die hij kreeg opgelegd toen zijn voorlopige hechtenis in juli werd opgeheven.