Geen strafbare feiten rond 'kaping' Vueling-toestel

De piloten van het toestel van de Spaanse luchtvaartmaatschappij Vueling, waarvan 29 augustus korte tijd werd gedacht dat het was gekaapt, hebben geen strafbare feiten begaan. Dat is de conclusie van een feitenonderzoek van het Openbaar Ministerie in Haarlem.

Het vermoeden over een kaping ontstond omdat de luchtverkeersleiding op Schiphol geen contact kreeg met de piloten. Daarnaast maakte het toestel een vliegbeweging die indruiste tegen de instructie die de luchtverkeersleiders hadden gegeven. Het toestel werd uiteindelijk door F-16's onderschept en begeleid naar een landingsbaan op Schiphol.

Een van de computersystemen aan boord van het toestel kampte 29 augustus met een storing, waardoor de radiofrequentie die op dat moment werd gebruikt niet functioneerde. Dat de piloten dit niet direct opmerkten is volgens het OM niet opmerkelijk, aangezien piloten niet constant in contact staan met de luchtverkeersleiding.

Omdat er een bom uit de Tweede Wereldoorlog was gevonden op de luchthaven werden piloten die dag opgedragen een wachtpatroon te vliegen, waarbij bochten naar rechts moesten worden gevlogen. De piloot voerde deze opdracht in en schakelde de automatische piloot in.

Doordat het vliegtuig echter al iets te ver was doorgevlogen besloot de automatische piloot, die automatisch de meest efficiënte route berekent, een bocht naar links te maken. Na de eerste bocht naar links volgde het toestel het wachtpatroon dat door de luchtverkeersleiding was doorgegeven.