Huisarts mag onafhankelijkheid RIVM betwijfelen

Huisarts Hans van der Linde uit Capelle aan den IJssel wordt niet gestraft voor zijn kritische uitlatingen over het RIVM en directeur Roel Coutinho. Dat heeft de rechtbank in Middelburg woensdag bepaald.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu was naar de rechter gestapt omdat de arts de integriteit en onafhankelijkheid van het instituut en Coutinho ten onrechte ter discussie zou hebben gesteld.

Van der Linde had in verschillende media vraagtekens gezet bij het nut van het griepvaccin. Hij twijfelde ook aan de onafhankelijkheid van RIVM-directeur Roel Coutinho. Omdat Coutinho werkt voor instellingen die door farmaceutische bedrijven worden betaald, zou hij niet onafhankelijk zijn.

De rechtbank weegt mee dat Van der Linde al in de interviews afstand heeft genomen van de suggestie dat Coutinho niet integer zou zijn. Ook wijst de rechter erop dat de grenzen in een publiek debat ruimer zijn dan wanneer het om een privépersoon gaat.

Het RIVM heeft altijd benadrukt dat het Van der Linde vrijstaat om vraagtekens te zetten bij het nut van het griepvaccin. Maar het gaat volgens het instituut te ver als hij beweert dat het RIVM niet onafhankelijk is. Dat zou het vertrouwen van de bevolking in het RIVM kunnen schaden en dat kan ertoe leiden dat mensen zich niet meer laten vaccineren.

Ook zei het RIVM door de uitspraken tegenwerking van de bevolking bij een milieuramp of bij de bestrijding van een uitbraak van een infectieziekte te vrezen.

Van der Linde had bij de rechtbank aangevoerd dat het RIVM handelt in strijd met de vrijheid van meningsuiting, maar dat is volgens de rechtbank niet het geval. "De staat mag uitlatingen van derden die hij kwetsend vindt naar zijn organen of medewerkers, ter toetsing aan de rechter voorleggen. Daarin schuilt geen beperking van de vrijheid van meningsuiting." Alleen als de staat voortdurend en zonder reden tegen een burger procedeert, zou hier sprake van zijn.

De rechtbank oordeelt verder dat Van der Linde zijn beweringen over belangenverstrengeling niet hard heeft kunnen maken. De rechtbank heeft zich niet aan deze ingewikkelde kwestie gebrand en heeft hier zelf geen onderzoek naar gedaan, maar in een persbericht concludeert het RIVM dat er volgens de rechter geen sprake is van belangenverstrengeling.

Het instituut zegt zich neer te leggen bij de uitspraak dat dergelijke uitlatingen toelaatbaar zijn. Dat betekent dat geen hoger beroep wordt aangetekend.