Werkenden bezorgd over jeugd op arbeidsmarkt

Driekwart van de werkenden is bezorgd over de jeugdwerkloosheid en vreest voor een verloren generatie jongeren. Ruim zes op de tien denken dat de toekomst van jongeren onder de 25 jaar nu minder rooskleurig is dan die van eerdere generaties. Bijna vier op de tien kennen wel een jongere die zonder werk of scholing thuis zit.

Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerde 'sociale thermometer' van de FNV onder 406 werkenden. Volgens de vakcentrale is voor bijna driekwart van de ondervraagden de hoge jeugdwerkloosheid een belangrijk thema bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september.

Vicevoorzitter Bernard Koekoek van FNV Jong noemt het verbazingwekkend dat hij in de verkiezingscampagne bijna geen politicus heeft gehoord over de jeugdwerkloosheid. Volgens hem is het een van de grootste problemen op de arbeidsmarkt dat op dit moment één op de acht jongeren werkloos is.

Overigens vindt 61 procent van de ondervraagde werkenden in het FNV-onderzoek dat jongeren zelf ook wel meer mogen doen om aan het werk te komen of te blijven. Ruim een derde zegt eventueel zelf ruimte te willen maken op de arbeidsmarkt voor jeugdige collega's door bijvoorbeeld minder te gaan werken.

Ruim de helft van de werkenden (51 procent) denkt dat werkgevers jongeren wel genoeg kansen bieden op werk en voldoende aan scholing doen. Bijna de helft (49 procent) meent dat werkgevers te hoge (start)eisen stellen aan jongeren die net na hun school een baan zoeken.