Colombia kondigt vredesoverleg met FARC aan

De conservatieve regering van Colombia en de linkse guerrillabeweging FARC zijn overeengekomen vredesonderhandelingen te beginnen, heeft de Colombiaanse president Juan Manuel Santos dinsdag in een televisietoespraak bekendgemaakt. De besprekingen moeten een eind maken aan een guerrilla die in een halve eeuw aan tienduizenden mensen het leven heeft gekost.

Santos noemde de overeenkomst een routekaart naar 'een definitieve vrede'. De overeenkomst volgt op zes maanden van directe besprekingen in Cuba, waarbij vertegenwoordigers van Cuba en Noorwegen als bemiddelaar optraden. Santos maakte duidelijk dat het voorlopige akkoord geen staakt-het-vuren behelst, noch een vrijhaven voor de FARC in Colombia, zoals bij voorgaande vredesbesprekingen die in 2002 werden afgebroken.

De vredesonderhandelingen beginnen in de eerste helft van oktober in Oslo en worden vervolgens voortgezet in Havana, zei Santos. Hij klonk hoopvol en zei dat de hoofdpunten van het overleg zullen bestaan uit landbouwhervorming, teruggave van gestolen land, bestrijding van armoede en schadevergoeding aan slachtoffers. Maar hij maakte ook duidelijk dat de regering geen duimbreed grondgebied zal afstaan. "Als er geen schot in zit, gaan er gewoon niet mee door." Hij voegde eraan toe dat 'militaire operaties doorgaan, met dezelfde of opgevoerde intensiteit'.

Leiders van de FARC kondigden een eigen persconferentie aan in de Cubaanse hoofdstad Havana. Het zou de eerste persconferentie van de FARC buiten Colombia worden sinds meer dan tien jaar.

De guerrillabeweging heeft de laatste jaren aanzienlijke tegenslagen gehad en zou nu nog zo'n negenduizend strijders tellen. Colombia kent nog een kleinere linkse guerrillagroep, het ELN, dat drieduizend strijders heeft. Volgens Santos wil het ELN eveneens de wapens neerleggen, maar het is niet bekend of het ook aan de nieuwe vredesbesprekingen deelneemt.

Het vorige vredesproces met de FARC liep in 2002 na drie jaar uit op een ramp. De groep had van de toenmalige president Andres Pastrana in het zuiden een gebied ter grootte van Zwitserland gekregen waarin zij haar gang kon gaan. De guerrillagroep ging echter nooit akkoord met een staakt-het-vuren en ook aan afpersingen door middel van ontvoering of de handel in cocaïne kwam geen einde.

De FARC heeft nadien flinke verliezen geleden door een agressief guerrillabestrijdingsprogramma waarin de sterkte van de groep ruwweg gehalveerd werd. Sinds 2008 zijn bij militaire raids ook drie kopstukken van de FARC gedood, onder wie topcommandant Alfonso Cano.

De Cubaanse leider Raul Castro en zijn broer Fidel zijn waarschijnlijk de enige overgebleven leiders in Latijns-Amerika die het begin van de Colombiaanse guerrilla nog als volwassenen hebben meegemaakt en zij willen graag een leidende rol spelen in regionale aangelegenheden. Leden van de FARC en het ELN hebben in Cuba kunnen wonen en medische behandeling kunnen ondergaan, dikwijls met stilzwijgende steun van de Colombiaanse regering. Hun aanwezigheid is wel een van de redenen waarom de Verenigde Staten Cuba bestempelen als een 'staatssponsor van terrorisme', een label dat Cuba fel van zich afwerpt.


Colombia kondigt vredesoverleg met FARC aan (Foto: Novum)