Ervaring Kamerleden gehalveerd

Het gemiddelde aantal jaren ervaring van de Nederlandse Tweede Kamerleden is in acht jaar tijd gehalveerd. De Kamerleden die nu in een Kamerzetel bezetten, hebben gemiddeld nog geen vier jaar in de Kamer zitting gehad. Dat schrijft Trouw vandaag.

De afname in ervaring was al langere tijd gaande, maar in de laatste acht jaar is het ineens stukken sneller gegaan. De oorsprong daarvan zou gezocht kunnen worden in de opkomst en ondergang van de LPF.

Na de twee Paarse kabinetten werd de landelijke politiek door met name Pim Fortuyn kwalijk genomen veel te ver van de burgers af te staan. De Haagse kaasstolp zou het contact met de samenleving totaal verloren zijn.

Na de moord op Fortuyn waren enkele van zijn ideeën door de rest van de landelijke politiek omarmd. Het streven naar  ‘nieuwe politiek’ werd breed gedragen en veel partijen probeerden middels verjonging de banden met de bevolking weer aan te halen.

Ook nadat de LPF door interne strubbelingen uit het politieke landschap verdwenen was, bleven veel van de vernieuwingsprincipes doorklinken. Toen enkele jaren geleden de PVV ontstond, werd politieke ervaring nog vaker als een nadeel gezien. De afkeer die mensen hadden van de zogenoemde plucheklevers richtte zich met name op de politici die jaar na jaar in de Kamer zitting namen. Partijen probeerden daarop te anticiperen door uit te stralen dat er mensen vanuit het hele land en uit alle lagen van de bevolking in de politiek terecht kwamen, waarmee de suggestie van betrokkenheid met de burgers moest worden gewekt.

De politieke verhoudingen veranderen tegenwoordig zo snel, dat vrijwel iedere partij probeert om zo dynamisch mogelijk te zijn.  Sinds Paars I heeft geen enkel kabinet immers meer de eindstreep gehaald, dus verkiezingen liggen altijd op de loer. Ook dat zou een rol kunnen spelen in het verdwijnen van ervaring.

Kritiek op het verdwijnen van ervaring uit de Kamer is er genoeg. Een gebrek aan politieke ervaring zou Kamerleden bijvoorbeeld vatbaarder maken voor beïnvloeding door lobbyisten. Ook zouden nieuwe Kamerleden tegenwoordig een te sterke scoringsdrang hebben, omdat ze vrij snel van de lijst verdwijnen als ze niet zichtbaar zijn voor de bevolking.

Vroeger kon het jaren duren voordat een nieuw Kamerlid zijn maidenspeech hield. Volgens voormalig Kamerlid Wim van de Camp zijn de eerste vier jaar van het Kamerlidmaatschap een duurbetaalde stage, omdat je als nieuw Kamerlidmaatschap die tijd kwijt bent aan het leren van de procedures en te zien op welk moment en op welke manier er dingen bereikt kunnen worden.

Voorstanders van de verjonging zijn er ook. Zo zei Kamervoorzitter Gerdi Verbeet eerder dit jaar al aan dat er wat haar betreft een veel betere afspiegeling van de Nederlandse bevolking in de Kamer zitting zou moeten nemen. Een van haar woordvoerders laat namens Verbeet weten:  “Het is in toenemende mate voor politieke partijen belangrijk om mensen in fractie te halen die met twee benen in de maatschappij staan.