Kwart Nederlandse bloeddonoren geïnfecteerd met hepatitis E

Ruim een kwart van de Nederlandse bloeddonoren is ooit geïnfecteerd met het hepatitis E-virus. Dat blijkt uit onderzoek van Sanquin Bloedvoorziening onder duizenden bloeddonoren, bevestigt hoogleraar bloedoverdraagbare infecties aan het Amsterdamse AMC Hans Zaaijer een bericht hierover zaterdag in de Volkskrant.

Mensen met verminderde afweer, zoals transplantatiepatiënten, lopen enig risico, omdat hun immuunsysteem het virus soms moeilijk weg weet te werken. Het virus kan in dat geval chronische leverontsteking veroorzaken.

Voor gezonde mensen is het virus echter onschuldig, zegt Zaaijer. Het immuunsysteem overwint de infectie, waarna antistoffen achterblijven in het lichaam van mensen. Bij 27 procent van de bloeddonoren zijn die antistoffen nu aangetroffen, blijkt uit het net gereedgekomen onderzoek.

In Zuid-Frankrijk en Zuid-Engeland heeft onderzoek overigens hetzelfde uitgewezen, vertelt Zaaijer. "Het klinkt heel erg, maar het blijkt dus een volstrekt onschuldige infectie te zijn. Wat zo bijzonder is, is dat het zo wijdverspreid blijkt te zijn, zonder dat mensen er last van hebben."

De gevonden virusstam komt overeen met een stam die een paar jaar geleden bij een inventarisatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bij ruim de helft van de varkensbedrijven in de mest werd gevonden. Nader onderzoek moet nog uitwijzen varkens inderdaad de infectiebron vormen.

De voornaamste bron van besmetting met het virus is de inname van besmet water en voedsel. Hepatitis E komt veel voor in landen met een slechte hygiëne. Sanquin besloot tot het onderzoek toen bleek dat steeds meer patiënten die nooit een verre reis maken wel geïnfecteerd bleken met het virus.