NS ziet geen heil in decentralisatie spoor

Decentralisatie op het spoor kost de belastingbetaler geld en levert de reiziger niets nieuws. Dat stelt de NS vrijdag in een reactie op het advies van een onafhankelijke commissie onder leiding van oud-senator Eric Janse de Jonge (CDA). Die oordeelde dat vier regionale spoorlijnen door andere spoorvervoerders kunnen worden overgenomen.

Minister van Infrastructuur Melanie Schultz van Haegen (VVD) heeft het advies overgenomen. De commissie ziet nog wel een aantal problemen. Zo blijkt dat verdere decentralisatie niet in alle gevallen goedkoper of beter is voor de reiziger. Ook zien lokale bestuurders knelpunten, onder meer bij de voorgenomen timing van de decentralisatie. Verder zijn er problemen met reizigers die overstappen van de ene naar de andere vervoerder.

De NS, die altijd tegenstander is geweest van concurrentie op het spoor, stelt op basis van die knelpunten dat decentralisatie niets goeds brengt. "Reizigers krijgen te maken met verschillende tarieven, extra opstapkosten bij overstap naar andere vervoerders en een minder goed aansluitende dienstregeling. In geval van een verstoring moet een externe 'scheidsrechter' bepalen welke vervoerder als eerste weer mag gaan rijden en welke reizigers dus noodgedwongen moeten wachten", stelt de NS vrijdag.