VN: geweld in Syrië erger dan voor bestand

Het geweld in Syrië is net zo erg als of zelfs erger dan voordat op 12 april een staakt-het-vuren werd overeengekomen. Het zespuntenplan van Kofi Annan 'wordt duidelijk niet ten uitvoer gelegd'. Dit heeft Jean-Marie Guéhenno, Annans tweede man als VN-gezant voor Syrië, woensdag gezegd tegen de VN-Mensenrechtenraad in Genève.

De Syrische regering en de rebellengroepen die haar bestrijden moeten te verstaan krijgen dat het niet nakomen van de bepalingen van Annans vredesplan consequenties heeft, zo betoogde Guéhenno.

Zaterdag bespreken de grootmachten in de wereld de situatie in Syrië. Deze besprekingen vinden plaats in Genève. Rusland en de Verenigde Staten hebben beide laten weten Annan terzijde te willen staan, hoewel Rusland samen met China eerder voorkwam dat de VN sancties instelden tegen het regime in Damascus.

De uitnodigingen voor deelname aan de gesprekken in Genève gaan waarschijnlijk woensdag de deur uit. Naast de permanente leden van de Veiligheidsraad zullen ook buurlanden van Syrië aanschuiven. Annan liet weten ook een uitnodiging naar Teheran te willen sturen. Iran heeft een sterke invloed in Damascus, waardoor het land een belangrijke rol kan spelen bij een oplossing voor het conflict. Rusland ziet dat wel zitten, maar de VS zijn fel tegen.