Transactietaks legt onenigheid EU bloot

De beslissing of er een transactietaks moet komen legt opnieuw de verdeeldheid tussen de landen in de Europese Unie bloot. Voor negen leden is het nog steeds een optie om de belasting op financiële transacties in te voeren, desnoods in klein verband. Andere landen, zoals Nederland, blijven fel tegen.

Vrijdag bespreken de ministers van financiën van de 27 EU-lidstaten in Luxemburg de belastingmaatregel. Duitsland en Frankrijk zijn voor de transactietaks zoals de Europese Commissie die heeft voorgesteld. Naast de Nederlanders zijn onder meer de Britten, Zweden en Maltezen tegen.

Eerder deze week berichtte het Financieele Dagblad na gesprekken met diplomaten dat het voorstel van tafel zou zijn. De Duitse minister Wolfgang Schäuble gaf vrijdag bij aankomst in Luxemburg echter aan nog steeds te streven naar een invoering in de gehele Europese Unie. Zijn Oostenrijkse collega Maria Fekter benadrukte dat zij het project 'niet wil laten sterven'. "Ik verwacht dat er negen landen zijn, waaronder ook niet-eurolanden, die de belasting willen invoeren."

Minister Jan Kees de Jager benadrukte bij aankomst dat Nederland de belasting niet gaat invoeren. "Wij zien veel betere alternatieven", zei De Jager. "De transactietaks schaadt de Nederlandse economie veel te veel, blijkt uit onderzoek van onder meer het Centraal Planbureau." Een bankenbelasting zoals Nederland heeft ingevoerd is een veel beter idee, vindt De Jager. "Laat Frankrijk en Duitsland dat eerst eens invoeren." Ook een belasting op financiële activiteiten vindt De Jager een beter alternatief.

De belasting op aandelen- en derivatentransacties moet jaarlijks rond de zestig miljard euro opleveren. De opbrengsten moeten ervoor zorgen dat banken meebetalen aan de oplossing van de schuldencrisis.