Politie ondanks haast vaak te laat

Het lukt de politie vaak niet om binnen een kwartier aanwezig te zien. Dat blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws, dat in een periode van ruim twee jaar de gegevens van alle spoedritten analyseerde. Vier miljoen mensen wonen in een gemeente waar de politie bij een spoedmelding te vaak te laat komt opdagen.

Volgens de door minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) ingestelde norm moet de politie bij spoedgevallen negen van de tien keer binnen een kwartier aanwezig zijn. In 168 gemeenten halen agenten die norm echter niet. Vooral op het platteland heeft de politie er moeite mee.

Van alle korpsen scoort dat van Zeeland het slechtst. In bijna een kwart van de noodgevallen, bijvoorbeeld bij inbraken, vechtpartijen en overvallen, komt de politie daar te laat. De inwoners van het Gelderse dorp Millingen aan de Rijn hebben helemaal pech. De politie kwam daar in dertig van de 47 gevallen te laat.

Het Utrechtse korps komt als beste uit het onderzoek. Daar komen agenten in een procent van de spoedmeldingen niet op tijd. In de Utrechtse plaats Veenendaal verscheen de politie maar in een van de 1010 gevallen te laat.

De politie nuanceert de cijfers. "Je kunt ook stellen dat het glas halfvol is. We zijn in de meeste gevallen gewoon op tijd", zegt een woordvoerder. "Natuurlijk willen we altijd op tijd zijn, maar soms is dat gewoon ontzettend lastig. Als je op een boerderij woont en 25 kilometer verderop is de dichtstbijzijnde stad, kun je verwachten dat de hulpdiensten niet altijd binnen een kwartier op de stoep staan."

Het is het eerste jaar dat niet de politie, maar de minister de norm heeft gesteld. "Natuurlijk speelt geld ook een rol in de snelheid. Het kan beter, maar dat ligt ook aan hoeveel geld de politiek wil uitgeven", licht de zegsman toe.