Dood activist leidt tot rellen in Papua

Relschoppers, woedend over de dood van een activist, hebben in de Indonesische provincie Papua branden gesticht en een persoon om het leven gebracht. Dat heeft de politiechef van de provincie, generaal-majoor Bigman Lumban Tobing, vrijdag gezegd. Honderden veiligheidstroepen werden ingezet om de orde te herstellen.

Aanleiding voor de rellen was de dood van Mako Tabuni, de plaatsvervangend voorzitter van de Nationale Commissie voor West-Papua. Hij werd donderdag door de politie doodgeschoten toen agenten hem probeerden te arresteren. Tabuni verzette zich tegen zijn arrestatie en greep het wapen van een agent waarna hij werd neergeschoten.

Enkele uren later overleed hij in het ziekenhuis. Daarop ging een woedende menigte de straat op. Volgens de politie werd een omstander doodgestoken. Vier mensen raakten gewond en vijf winkels, vier auto's en twintig motorfietsen gingen in vlammen op.

Winkels waren vrijdag gesloten en veel mensen bleven binnen. "Het is nu veilig en rustig. Er zijn veel veiligheidstroepen op straat", aldus Tobing. Drie mensen zijn gearresteerd en bij een inval in een studentencomplex zijn zelfgemaakte bommen, machetes, pijlen, separatistische vlaggen en documenten in beslag genomen.

In de provincie Papua is nog altijd een opstand gaande, hoewel deze op een laag pitje staat. De Beweging voor een Vrij Papua, een kleine en slechtbewapende organisatie, strijdt al jaren voor onafhankelijkheid.

De kwestie ligt zeer gevoelig bij de Indonesische regering, die nauwelijks journalisten, mensenrechtenactivisten of academici toelaat tot de provincie. Het is dan ook moeilijk om meldingen over mensenrechtenschendingen te controleren.

Volgens Tobing werd Tabuni verdacht van betrokkenheid bij een reeks aanslagen in de provincie. Zestien mensen, onder wie zeven militairen en agenten, verloren bij de aanslagen het leven.

Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch meent echter dat het leger deels verantwoordelijk is voor het geweld. De Indonesische regering zou daarnaast niet in staat zijn gebleken om adequaat onderzoek naar de moorden te doen.