OM vangt weer bot in Zeeuwse coffeeshopzaak

De rechtszaak tegen een coffeeshop in Goes die te veel softdrugs in voorraad had is van de baan. De rechtbank in Middelburg heeft het Openbaar Ministerie dinsdag niet-ontvankelijk verklaard in de zaak tegen de eigenaar en drie medewerkers.

De rechtbank oordeelde dat het gedogen van de verkoop van softdrugs in een coffeeshop ook het gedogen van de bevoorrading van die coffeeshop impliceert. Een mogelijke wijziging van het vervolgingsbeleid is niet op voorhand en tijdig kenbaar gemaakt, aldus de rechter. Daarmee heeft het OM zijn recht op vervolging verspeeld.

De advocaat van coffeeshop Aarden had half mei betoogd dat de eigenaar en zijn medewerkers erop mochten vertrouwen dat er geen gericht onderzoek naar de bevoorrading van de coffeeshop zou plaatsvinden. Vervolging zou niet aan de orde moeten zijn, waarop de raadsman eiste dat het OM niet-ontvankelijk zou worden verklaard.

De zaak vertoont overeenkomsten met de zaak tegen coffeeshop Checkpoint in Terneuzen. Het gerechtshof in Den Haag verklaarde ook daarin het OM niet-ontvankelijk. De rechtbank in Middelburg heeft daar rekening mee gehouden.

De grootste coffeeshop van het land had geruime tijd, met medeweten van de gemeente en het OM, meer softdrugs in huis dan toegestaan. Ook tegen de illegale bevoorrading werd niet opgetreden.

Het Openbaar Ministerie heeft cassatie ingesteld.