Raad van State kritisch over verhoging AOW-leeftijd

De regering moet nog veel huiswerk doen rond de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd, zoals is afgesproken door de Kunduz-coalitie. Dat schrijft de Raad van State in een dinsdag gepubliceerd advies.

VVD, CDA, ChristenUnie, GroenLinks en D66 hebben afgesproken de pensioenleeftijd vanaf januari elk jaar met een aantal maanden te gaan verhogen. In 2019 moet de AOW-leeftijd daarmee 66 jaar zijn, en in 2023 67 jaar.

Het nog missionaire kabinet-Rutte I had juist afgesproken de verhoging in stappen van een jaar te doen, omdat het anders moeilijk uitvoerbaar zou zijn. Zo zou de berekening van de verplichtingen van pensioenfondsen te ingewikkeld worden. De Raad van State vraagt zich nu af of deze bezwaren wel zijn weggenomen.

De raad constateert ook dat nog veel wetten en regels moeten worden aangepast om de nieuwe regeling al met ingang van volgend jaar in te voeren. Zo moet het automatische ontslag op de 65ste verjaardag worden aangepast, en moeten uitkeringen zoals de bijstand langer doorlopen. De Sociale Verzekeringsbank heeft aangegeven dat een invoering volgend jaar een 'zeer grote ict-inspanning vergt'.

De Raad van State vraagt zich bovendien af hoe de regering de ingrijpende inkomensgevolgen gaat opvangen voor de groepen die nu bijna met pensioen gaan, en opeens hun pensioendatum naar achteren zien verschuiven. Deze groepen hebben 'weinig tot geen gelegenheid' om zich hierop voor te bereiden. Groepen die al met prepensioen zijn, hebben vaak geen gelegenheid het gat op te vangen, schrijft de raad. De reparatie van dit pensioengat is nog niet voldoende, vindt de raad.

De raad adviseert de regering bij het uiteindelijke wetsvoorstel de vele onduidelijkheden beter toe te lichten en werk te maken van de benodigde aanpassingen van regels en wetten. Ook wordt gesuggereerd dat een invoering per 2014 een beter idee is. Dat levert volgend jaar wel een gat op van 145 miljoen euro.