Bijna helft gastouders houdt het voor gezien

De kinderopvang door gastouders is afgelopen jaar bijna gehalveerd. Gastouders moeten sinds twee jaar aan bepaalde opleidingseisen voldoen, waardoor veel van hen er de brui aan geven. Dat blijkt uit een evaluatie van het ministerie van Sociale Zaken die minister Henk Kamp (VVD) donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Gastouders zijn mensen die thuis kinderen opvangen. Meestal gaat het om familieleden. Zij krijgen hiervoor kinderopvangtoeslag. Alleen organisaties die aan de kwaliteitseisen voldoen krijgen geld van de overheid.

In 2010 riepen 96.000 ouderparen de hulp in van gastouders. Zo'n veertigduizend ouders zijn vanwege de nieuwe eisen gestopt met gastouderopvang. Twee derde van hen zijn helemaal gestopt met formele kinderopvang, het andere doel zoekt zijn heil bij kindercentra zoals peuterspeelzalen.

Er schort volgens de evaluatie het een en ander aan de gastouders. Zo spreken ze vaak niet goed Nederlands en besteden ze te weinig aandacht aan de ontwikkeling van kinderen. In maart zijn afspraken gemaakt met gastouderorganisaties om die problemen aan te pakken.