Chipshol krijgt gelijk van Hoge Raad

Chipshol heeft een overwinning behaald bij de Hoge Raad. De projectontwikkelaar is bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein bij Schiphol ten onrechte benadeeld door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en kan een schadevergoeding claimen, oordeelde de raad vrijdag.

De Hoge Raad bekrachtigt hiermee een eerdere uitspraak van het gerechtshof in Amsterdam. De hoogste rechter sprak zich niet uit over de hoogte van de schadevergoeding die Chipshol kan eisen. Als de partijen daar zelf niet uit komen, kan de projectontwikkelaar opnieuw naar de rechter stappen.

LVNL adviseerde de overheid vanaf de jaren negentig tot en met 2005 geen bebouwing toe te staan op een terrein naast een van de landingsbanen. Gebouwen hoger dan drie meter zouden het systeem om vliegtuigen bij slecht zicht te laten landen storen. Hierdoor kreeg Chipshol geen bouwvergunning voor de ontwikkeling van een bedrijvenpark.

In 2005 bleek na onderzoek van het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat dat het advies van LVNL niet klopte. In de rechtszaak die Chipshol daarop aanspande, oordeelde het hof dat LVNL Chipshol had moeten wijzen op de mogelijkheid om de bouwplannen te wijzigen. Was dit wel gebeurd, dan had de projectontwikkelaar al veel eerder kunnen beginnen aan de bouw van het bedrijventerrein.

Het conflict rond het zogenoemde Groenenbergterrein duurt al meer dan tien jaar. Sinds de aankoop van deze lap grond claimt de projectontwikkelaar niet alleen te zijn tegengewerkt door Luchtverkeersleiding Nederland, maar ook door de staat, Schiphol, de provincie Noord-Holland en de gemeente Haarlemmermeer. Kwade genius Schiphol zou het bedrijf hebben gedwarsboomd om te voorkomen dat de bouwplannen van Chipshol uitbreiding van de luchthaven zouden dwarsbomen.